Biekorf. Jaargang 38
(1932)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 193]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
[Nummer 7] | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Van een oude Ypersche drukkerij.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 194]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Frans Bellet ging nog verder. Door bemiddeling van Van der Ziepe, proost van Affligem, overhandigde hij de Ypersche lijst der verworpen schoolboeken aan den aartsbisschop Hovius. Deze liet de lijst door een algemeen verbod der Aartshertogen bekrachtigen en moest streng optreden tegen den stadspensionaris van Antwerpen, die de afkondiging van dit verbod uitsluierdeGa naar voetnoot(1). De oude schoolboeken moesten dus herzien en verbeterd, nieuwe moesten opgesteld of vertaald worden. Frans Bellet, geholpen door zijn zoon Jan, zette zich ijverig aan 't werk om in deze behoefte te voorzien. Van den bisschop en van het Hof (door toedoen van den president Masius) verkreeg hij ‘privilegie’ voor al de schoolboeken die hij zou uitgeven. Bij zijn verzoekschrift ten Hove (tusschen 1615-1620 ingediend) voegt hij een ‘Catalogue’ van de boeken die hij reeds gedrukt of nog onder handen heeft. Deze ‘Catalogue’ is eerder een voorboodschap of programma van boeken die Frans Bellet had willen op de markt brengen. Het grootste deel der aangekondigde werken en vertalingen heeft hij nooit uitgegevenGa naar voetnoot(2). In 1624 vroeg hij aan den aartsbisschop de toelating om den nieuwen Mechelschen Catechismus (van 1623) te mogen drukken voor het bisdom Yper waar hij privilegie had. Daarenboven verlangde hij goedkeuring voor de andere schoolboeken die hij, naar het voorschrift van zijn bisschop, gereed maakte. Bij zijn brief van 25 Juni voegde hij een beknopte lijst, waarop nagenoeg dezelfde boeken voorkomen als in het eerste deel van den hierna volgenden ‘Catalogue’. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 195]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Bellet zou over zijne onderneming verdere mededeelingen doen op de Vergadering der Bisschoppen die weldra te Yper moest bijeenkomen (in Sept. 1625). De dood verraste hem in de eerste maanden van 1625, vóór dat hij zijn opzet kon uitwerkenGa naar voetnoot(1). Zijn zoon Jan liet de onderneming van die schoolboeken varen; hij had meer goesting en aanleg voor de edele kunst der ‘Rhetorycke’ dan voor het drukkersambacht en den boekhandel. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Brief en Boekenlijst van Frans Bellet.Aen den koningh in sijn raedt. Vertooght met alle eerbiedinghe Franssois Bellet, ghesworen boeckdrucker ende boeckverkooper des stads Ipre, hoe hy met grooten aerbeydt ende kosten ondersocht heeft onder alle de scholen des Bisdoms van Ipre, de boecken de welcke de jongheydt voorghehouden waren; alle de welcke, iemers weynighe uytghesondert, gevonden syn gheweest onnut, vol ketterijen, dolinghen, vuylijchheden, versierde mirakelen ende levenen van Heylighen, de welcke noyt gheweest en hebben, streckende tot Gods oneere, schimpinghe der HH. ende der H. Kercke, ende achterdeel niet alleen der jongheydt, maer oock aller Leseren. Soo dat den eerw. Heer Bisscop aldaer bedwonghen is geweest, by expres verbodt, de zelve te bannen uyt syn Bisdom. Ende soo daer veel anderen moeten gemaeckt ende gedruckt wesen in plaetse der verbannen, den versoecker daer toe gheautoriseert by syn eerw. voorseydt, heeft vele goede ende godvruchtighe boecken overgheset ende doen oversetten uyt verscheyde talen inde nederduytsche sprake, niet sonder groote kosten van ghelde ende van tyde, ende noch is oversettende ende van nieuws makende, als oock syn sone Jan Bellet, die druckende onder d'approbatie des voorseyden Heers Bisschops. Maer soo dese niewe instellinghe een ghewightighe zake is gheweest te vol- | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 196]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
brengen, hij bevindt sich grootlycx beschadigt door de langhe uytinghe syner boecken. Hierom versoeckt ende bidt hy oodmoedighlyck, dattet syne Majesteyt believe hem octroy ende privilegie daer toe te gheven om die te mogen drucken ende verkoopen, sonder te misdoen, door alle de landen syns majesteyts onderdanigheydt, voor den tydt van twaelf jaren van den eersten druck elcks boecks nae de date der privilegie, ende ingheval van doodt, syne Huysvrauwe ende voornoemde sone, die in de konste der druckerye wel gheleerdt is, ja oock in verscheyde talen ervaren; verbiedende allen anderen boeckverkooperen ende boeckdruckeren de boecken by hem ofte syn sone ghemaeckt, vertaelt ende ghedruckt, te moghen nadrucken ofte conterfeyten, ofte elders gedruckt in de landen syns majesteyts te brenghen sonder 's versoeckers toelaten. Versoeckende dierghelycken octroy ende privilegie van eenighe andere boecken die den versoecker tot syn kost door anderen heeft doen maken ende vertalen, ende drucken sal tot proffyt der grooten, saligheydt der sielen ende ciersel der nederduytsche sprake. Van alle dewelcke boecken hier mede is gaende de catalogue; ende dit doende, hy sal bidden etc. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
Catalogue der boecken,gedrukt by Franssois Bellet door het bevel des eerw. Bisschops van Ipre, tot zeker onderwys der jongheydt syns Bisdoms, als oock der ghene de welcke hij noch onderhanden heeft.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 197]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 198]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Cataloguevan andere boecken tot stichtinghe ende onderwysinghe der grooten ende ciersel der nederduytsche tale.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 199]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Alle met toelatinghe ende Approbatie des eerw. Heers Bisschops van IpreGa naar voetnoot(1).
De laatste titels van den ‘Catalogue’ zijn belangwekkend. Jan Bellet ontwierp, naar den trant van zijn tijd, eene Ars Poëtica: De Nederduytsche Rymkonst; voorzeker zal hij dit werk opgevat hebben in den zin van zijn stadsgenoot Jonkheer Jacques Ymmeloot, wiens leerboek ‘La France et la Flandre réformées’ hij zelf in 1626 drukte en uitgafGa naar voetnoot(2). De aangekondigde vertaling ‘in neerduyts rym’ van Du Bartas' dichtwerk bewijst hoe Jan Bellet, gelijk al zijne letterlievende tijdgenooten, de gewrochten van den franschen Pléiade-dichter onvoorwaardelijk bewonderde. | |||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 200]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Nederlandsche vertalingen van ‘La Sepmaine ou Création du Monde’ waren er niet te kort. Jan Moretus, schoonzoon van Plantijn, Theodore van Liefvelt, Rutger Wessel van den Boetslaer en Zacharias Heyns hadden reeds berijmde overzettingen van dit hooggeroemde dichtwerk geleverdGa naar voetnoot(1). De bewerking van Jan Bellet is nooit in druk verschenen en zal waarschijnlijk, met vele andere ontworpen uitgaven, onvoltooid gebleven zijn. De Ypersche drukker wijdde naderhand zijne beste dichterlijke krachten aan ‘treur- en blijspelen allerhande’ die reeds den ‘Catalogue’ van vader Bellet besluiten. Hij was de ‘Dichtmeester van de Ypersche stede’ en schreef jaarlijks, van 1622 tot aan zijn dood (1642), een tooneelstuk dat door de gilde der Rosieren op de Tuinfeeste gespeeld werdGa naar voetnoot(2). In zijn Tijd-verdrijf noemt Vaelande (Van Daele) van Yper hem een ‘grooten en suyveren Dichter’ en voegt er bij: ‘Synen verstrant gaet boven den genen van Cats.’ Hij had er nog mogen bijvoegen dat Jan Bellet al rijmende zijn drukkerij te niete liet gaan. E. Frutsaert en A. Viaene. Den 20n, s. Ontcommere op heur kruis.
|
|