Spreuken uit Fransch-Vlaanderen.
- Als 'en ezel e' peerd weerdt [wordt], 't en ê nie breiellijk!
- Als kak mostaard bedijgt, 't en ê nie eetlijk!
d.i. Als niet komt tot iet, kent iet zich zelven niet.
Vgl. Als een ezel een peerd bedijgt, is hij van geen duivels breiellijk (De Bo).
- 't Is effen, zei Cissen, en zijn huis was plat 'ebrand.
- Hij kan zoovele klappen, als zeven koeien kakken:
d.i. 't is een eeuwige babbelare.
- Hij verstaat altijd hamer voor klinkeband.
d.i. hij vat het altijd averechts op, verstaat altijd 't een voor 't ander. Vgl. Hij verstaat altijd klinkeband voor hamersteert (De Bo).
- Loop speel met Vanhove op den zandhoop!
d.i. laat mij gerust; loop speel met marbels en bolleketten.
- Water is gebenedijd:
dat laat U lijk of da'je zijt!
Sint Winoks Bergen.
P.T.