De scheurput te Vlamertinge.
In 1717-1720 behoorde het leen Ter Scheurpitte aan Nicolays Spannuyt. De hofstedegebouwen stonden op 't perceel sectie A. Nr. 424 van het tegenwoordig grondplan der gemeente (Grondboek van Vlamertinghe opgemaaakt in 1717-1720, art. 69).
Dit leen, groot 5 gemeten, paalde aan 't grondgebied van Elverdinge en hing af van de Heerlijkheid van de Clyte, ook gezeid ‘'t Hof ter Clyte’ te Reningelst. Dit leen werd op 10 Mei 1752 in 't Wethuis te Vlamertinge verkocht aan Willem de Langhe door Eleonore Pontet d'Aubers van Dowaai, weduwe van Nicolays Spannuyt en echtgenoote van Gerard Bonten.
Sinds langen tijd is die hofstede verdwenen, maar tot over enkele jaren stond er in de nabijheid nog een keete, die tot werkmanswoning diende. In de weide waar de hofstedegebouwen stonden, blijft er nog een waterput als aandenken over. Volgens het gemelde grondboek der gemeente (art. 68) was er op het nabij zijnde perceel sectie A. Nr. 419 een ‘marelput ofte vivere’ en deze waterput wordt nu de Scheurput genoemd.
Poperingenaar 13-12-31.
Remy Duflou.