Biekorf. Jaargang 38
(1932)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdJan Utenhove van Aardenburg.Weinigen zeker onder onze lezers hebben ooit den naam van Jan Utenhove gehoord; nochtans genoot deze godgeleerde in zijn tijd en nog lang na zijn dood een zeer groote faam, bij zoover dat hij met den naam Magister totius laudis, ‘Meester allen lof waardig’ vereerd werdGa naar voetnoot(1). Jan Utenhove zag het levenslicht, men weet niet juist wanneer, in het dorpje Aardenburg, toen op vlaamschen, nu op zeeuwschen grond gelegen. Daarom noemen hem de meesten Jan van Aardenburg. Hij sproot uit de zeer bekende familie der Utenhove's of Utentune's, wier voornaamste tak te Gent gevestigd was. Was hij misschien verwant met dien Willem Utenhove, ‘een priester van goeden love’ uit Aardenburg, die rond het midden der dertiende eeuw een Bestiaris, d.i. een bundel dierfabelen schreef?Ga naar voetnoot(2) Wat er ook van zij, Jan Utenhove trad in het klooster der Predikheeren te Brugge, en werd er priester gewijd.Ga naar voetnoot(3) Vandaar vertrok hij naar Parijs om er voort te studeeren en | |
[pagina 83]
| |
werd er doctor in de godgeleerdheid uitgeroepen in 1283. Dan keerde hij naar het Brugsche klooster terug en stierf er op 10 December 1296Ga naar voetnoot(1). Hij werd begraven in de Kerk van zijn klooster, die binst den franschen tijd vernield werd; op zijn graf stond een latijnsch opschrift, dat nog ten tijde van Foppens bewaard was en door hem overgeschreven werd. We lezen er: ‘O Mors...
Tu lumen patriae claudis, sternendo Magistrum
Totius laudis, sanctumque Christi ministrum,
Munditiae florem, patientem legis honorem,
Fratrum fervorem, fidei morumque decorem’Ga naar voetnoot(2).
Jan Utenhove schreef verscheidene werken, doch alleen hun titel en een kort uittreksel bleven er ons van over. Uit zijn studententijd dagteekent een ‘Lectura super Sententias’; ieder student in de godgeleerdheid moest immers aan de hoogeschool een verhandeling schrijven over het Boek der Sententiën van Petrus LombardusGa naar voetnoot(3). Dit werk moest uitschitteren boven het gewone - de meeste dezer verhandelingen hadden natuurlijk slechts een voorbijgaande waarde - want het werd verspreid tot in Duitschland, alwaar het tot lang na den dood van zijn schrijver bewaard bleef. De duitsche Predikheer Johann Nider, gestorven in 1438, geeft er een uittreksel van in zijn boek ‘Consolatorium timoratae animae’Ga naar voetnoot(4). Een tweede werk van Jan van Aardenburg was de ‘Postilla super omnes libros Bibliorum’, dat in handschrift bewaard bleef tot aan den BeeldenstormGa naar voetnoot(5). Van | |
[pagina 84]
| |
een ander werk van hem, de ‘Lectura super omnem Bibliam’ weten we niets buiten den Titel. ‘Omnia cadunt’, zegt het spreekwoord. Ziedaar al wat is overgebleven van het leven en de werken van den voormaals beroemden godgeleerde Jan Utenhove van Aardenburg. Jan A. Van Houtte. |
|