Biekorf. Jaargang 38(1932)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 25] [p. 25] De herder ging... De herders rezen uit het dal, terwijl de sterren brandden: zij gingen opwaarts, naar den stal met giften in hun handen. De Bisschop, onze herder, ging, hij ook in sterredagen, zijn' mijter, mantel, staf en ring dààr hoog, ter kribbe dragen. Met meer nog dan met 't dienstlivrei ging hij vóór Jezus knielen; het schoonste dat hij vóór Hem lei het waren al' de zielen door hem verlicht, door hem gesticht, van levenden en dooden en, nu, als vrucht van herdersplicht, den God-Mensch aangeboden. Zijn' eigen ziele droeg hij ook als rijke kerstoffrande en mildst van al nog was de rook die uit dit offer brandde. Het was een rook vol geurigheid uit hout van dubblen stamme: 't was wetenschap, godvruchtigheid veréénigd tot één vlamme... En 't Kindje loech met teederheid op zooveel deugd en wijsheid en kroonde voor alle eeuwigheid de kinderlijke grijsheid... [pagina 26] [p. 26] De klokken van de Brugsche steê, toen zij dit schouwspel zagen, ze treurden wel, doch 't ruischte vreê in 't snijden van hun' slagen. En lange nog, als 't Oosten klaart, zal 't christen volk gedenken dat toen ook Bisschop Waffelaert naar God ging met geschenken. Jos. Vanden Berghe. Vorige Volgende