Biekorf. Jaargang 38
(1932)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe Drie GebroersHET geheim van die Drie Gebroers die te Kortrijk gediend worden ‘voor de abcessen en de onbekende kwalen’ (waarover Biek. 1931, bl. 114 vlg.) en heb ik nog niet kunnen ontraadselen. Nevens de eerste veronderstelling: dat die Drie Gebroers de Fransche Saints Jaumes kunnen zijn, met name de HH. Speusippus, Eleusippus en Meleusippus, mag ook nog eene andere gelden. In de Middeleeuwen was er eene ‘Legende van de Drie Gebroeders’ verbonden met eene zeer verspreide zegenbede voor het genezen van wonden. De tekst van dien ‘wondzegen’ is bewaard in Latijnsche, Duitsche, Italiaansche en Engelsche handschriften; Fransche en Nederlandsche lezingen zijn me niet bekend. Ziehier eene overzetting van dien zegenGa naar voetnoot(1): ‘Drie goede broeders (Lat. Tres Boni Fratres) | |
[pagina 27]
| |
gingen langs eenen weg en ons Heere Jezus Christus kwam hun te gemoet en zei hun: ‘Waar gaat ge naartoe, gij drie goede broeders?’ En zij zeiden: ‘Heere, wij gaan [naar den berg] om kruid te zoeken dat krachtig is voor alle soorten van wonden, hetzij geslagene of gestokene wonden of gelijk hoe dat ze gekregen zijn.’ Ons Heere sprak: ‘Komt mee met mij en zweert bij het kruis van ons Heere en de melk van Onze Lieve Vrouwe dat gij het [heilmiddel] niet zult verborgen houden, noch loon er voor zult aannemen. Gaat naar den berg van Oliveten en neemt daar olie van een boom en wolle van een schaap en bedekt de wonden daarmede, en zegt: ‘Zooals [de Jood] Longinus ons Heere in de zijde stak, de wonde en bloedde niet lange, noch en verkwaadde, noch en etterde, noch en zwol, noch en verzweerde; alzoo ook zal deze wonde die ik beleze niet bloeden, niet verkwaân, niet etteren, niet zwellen, niet verzweren. Daartoe helpen ons de heilige namen des Vaders, des Zoons en des heiligen Geestes, onze Lieve Vrouwe en de goede Sint Jan. Amen. Bidt driemaal Onze Vader en: Leid ons niet in bekoring, maar verlos uwen dienaar van dit kwaad en van alle kwaad. Amen’. Die zegenbede bevat twee wel onderscheiden deelen: eerst het verhaal of legende van de Drie Goede Broeders, waarin het heilmiddel aangeduid wordt: olie versch van den boom en verschgeschoren wolle op de wonde leggen; ten tweede, den Longinuszegen die ook met andere inleidende legenden verbonden, in oude handschriften voorkomtGa naar voetnoot(1). Zouden die Drie Gebroers der Kortrijksche ziektediening geen overblijfsel kunnen zijn uit dien ouden wondzegen der Drie Goede Broeders? Het ware belangwekkend te weten of er teksten van dien wondzegen ook in handschriften uit onze gewesten aange- | |
[pagina 28]
| |
troffen wordenGa naar voetnoot(1). Dat zou ons een stapke nader brengen bij de waarschijnlijkheid van een veronderstelling die tot nu toe maar een bloote veronderstelling is. Ten slotte nog eene eigenaardigheid. 't Gebeurt een verwaaiden keer dat buitenmenschen, die naar de stad komen dienen voor de Drie Gebroers, misloopen en in plaats van O.L. Vrouwkerk in Sint Maartens terecht komen, in 't veel bezochte Kelderke Gods. - Is 't hier dat we moeten dienen voor de Drie Gebroers? vragen ze aan Begijntje van 't Kelderke. 't Begijntje en zendt ze niet geern elders. ‘'k Zegge dan: Ja 't, leest daar maar vóór 't heilig Graf. Enja, Meneere, zei 't Begijntje met een trek van wijsneuzig medelijden, Drie Gebroers? dat zijn menschen die dat peizen van Sint Jan daar en Nicodemus... maar 'k doe ze 'k ik lezen voor ons Heere!’ E. Neylants. |
|