Deze vluchtige herinnering wijst reeds genoegzaam op het groote belang dat een ernstig geschiedkundig verzamelwerk over Zeeland, voor de kennis van ons Vlaamsch verleden kan aanbidden. De twee eerste afleveringen van deze nieuwe uitgave geven de blijde zekerheid dat we hier staan voor stevig werk, gebouwd op streng wetenschappelijken grondslag, en toch onderhoudend opgesteld. Ter verantwoording volgt na ieder hoofdstuk een nauwkeurige opgave van bronnen en werken: wat tevens een uitstekende inlichting is, voor wie verdere opzoekingen wil ondernemen.
De inzet van 't werk leert ons wat vroeger over de geschiedenis van Zeeland geschreven werd. Treffend is het tweede hoofdstuk: Hoe Zeeland zijn tegenwoordige gedaante kreeg. Het uitvoerig verslag over de geologische en oudheidkundige ontdekkingen op het strand en in de duinen, over het onderzoek der vluchtbergen, is een leerzame samenvatting van de nieuwere wetenschap over de emersio der streek gedurende het eerste tiental eeuwen onzer jaartelling.
Voor het volgende tijdvak (1000-1400) staan reeds tal van schriftelijke bronnen ten dienste, waaruit de plaatsbenamingen, een betrouwbare plaatsbeschrijving en talrijke bizonderheden over de geschiedenis van steden en dorpen aan het licht gebracht worden. Het werk onzer Vlaamsche abdijen komt hier tot zijn volle recht; toch zouden de Witheeren van Drongen en de Cisterciënsernonnen van Ter Haghen bij Axel niet mogen onvermeld blijven.
Bizonderen lof verdienen de afbeeldingen die het werk opluisteren. In de verschenen afleveringen worden twee stukken voor het eerst uitgegeven: het Panorama van Walcheren uit het Plantijn-Museum en de prachtige kaart van Zeeland door Christiaan Sgrooten, uit den atlas in handschrift van 1592, die in de Biblioteca Nacional te Madrid bewaard wordt en door den teekenaar op last van het Spaansche gezag werd opgenomen.
De uitvoering van het werk is in alle opzicht onberispelijk. Aan onze Lezers, liefhebbers der geschiedenis van onze ‘Lage Landen bij de zee’, weze het warm aanboven!
A. Viaene