Biekorf. Jaargang 37
(1931)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 168]
| |
E' verzendertje of 'ne schorpioen.IN Biekorf, 1930, bl. 128, las ik hoe de kinders te Brugge een ‘verzendertje’ naar den draak opsteken, d.i. een papier op den draad steken dat door den wind opwaarts tot tegen den vlieger gevoerd wordt. In Sinland laat men ook in de lente (na oud Sineesch nieuwjaar) den draak op en, als deze reeds hooge in de lucht zweeft, zendt men langs de touwe een papieren schorpioen die ‘den draak te lijve trekt’. E.V.H. Raymakers, een Noord-Brabander, heeft vroeger heel het spel der vermaarde Sinlandsche vliegers beschrevenGa naar voetnoot(1) en zegt o.a. 't volgende: ‘De schorpioen vervult de rol van (zooals we in onze kinderjaren zeiden) de boden, een stuk doorboord papier, die wij over de koord naar boven stuurden.’ Ziehier in 't korte de beschrijving. De schorpioen staat gespannen op een veerkrachtigen boog aan wiens uiteinde twee rolletjes zijn, waarmede hij over de koorde glijdt. Door den wind gedreven, snort hij snel over de lijn totdat de boog tegen een dwarshoutje stuit, dat op korten afstand van den draak in de koorde gevestigd is. Door dien schok springt de opengespannen schorpioen eensklaps los, en slaat dicht in zijn vouwen, zoodat hij met eenige rukken weer naar beneden glijdt. Zoo kan men hem gedurig op en neer laten... De grondgedachte van dit spel berust misschien op een vergelijking met het oude Sinsch bijgeloof volgens hetwelk de maan- of zonsverduistering veroorzaakt wordt door den (hemel)haas die tracht de maan of de zon te bijten. Hij wordt echter hiervan afgeschrikt door het helsch lawaai dat de Sinen toen maken met trommels en koperbekkens om hem te verjagen. | |
[pagina 169]
| |
In alle geval, als men den veel kunstiger opgemaakten draak en den aanvallenden schorpioen van Sina vergelijkt met onze Vlaamsche vliegers en verzendertjes, dan is men nog meer geneigd om den oorsprong van 't spel aan het Oosten toe te kennen. J.D.W. |
|