Biekorf. Jaargang 37
(1931)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 136]
| |
Den 6n, S. Jan in de Olie... maar hij en wierd er niet vet van.
| |
Bruggelingen of Vlissingen?IN de Spaansche bescheiden van de verovering der Zilvervloot in de baai van Matanzas door Piet Heyn ten jare 1628, komt op twee plaatsen een eigenaardige benaming van Hollandsche schepen voor, en wel in den mond van twee Spaansche zeelieden die te Havana na afloop der gebeurtenissen getuigenis moesten afleggenGa naar voetnoot(1). Ziehier de betreffende lezingen: Reconocio tambien Almeida [de stuurman] por menor el porte de la armada del enemigo, y refiere que... la capitana de Frechlingas era de 500 toneladas y 38 piezas. De vertaling is: Almeida onderzocht ook in bijzonderheden de tonnenmaat van de vloot des vijands, en hij vertelt dat... het admiraalschip van Vlissingen een schip was van 500 ton en 38 stukken geschut. Prof. van Dam vertaalt, wel vrij door: ‘van de Hollanders, Hollandsche schepen’ doch in zijne toelichtingen zegt hij: ‘Frechlingas, Frejelindes’ d.i. Vlissingen, en hij ontmoette elders nog den vorm Perchilingues, ook op Hollanders betrekking hebbende. Hij veronderstelt dat die woorden ‘een stoute poging zijn van een Spanjaard om het woord Vlissingen uit | |
[pagina 137]
| |
den mond van een Hollander opgevangen, te schrijven’Ga naar voetnoot(1). In de vergadering van de geschied- en letterkundige afdeeling der Kon. Academie van Wetenschappen te Amsterdam, heeft dr. R. van der Meulen uit Leiden onlangs een anderen uitleg van die woorden voorgesteld. Hij tracht aan te toonen, dat, wanneer men deze drie verbasterde vormen wat meer met elkaar in overeenstemming brengt, ze hoôgstwaarschijnlijk verklaard kunnen worden uit eene contaminatie van het woord Bruggelingen en den Spaanschen naam der stad Brugge. Er moet dan aan het begin van het woord allereerst een verscherping van b tot p hebben plaats gehad, terwijl de wisseling van p en f kan wijzen op invloed van het dialect van Biscaye, uit welke streek sedert eeuwen de beste Spaansche zeelieden afkomstig waren. De wisseling van j en ch in het midden van het woord zal eerst na het midden der 16e eeuw ontstaan zijn; de j is ouder en werd vóór het genoemde tijdstip, met name in de middeleeuwen, anders uitgesproken dan daarna. Deze oorspronkelijke uitspraak wijst vermoedelijk op invloed van den Spaanschen naam der stad Brugge op het middelnederlandsche woord. Zijn deze gissingen juist, dan zou dus in het woord uit den tijd van Piet Heyn een herinnering zijn bewaard aan den bloeitijd van Brugge in de middeleeuwen, toen ook de Spanjaarden daar zulke groote handelsbelangen haddenGa naar voetnoot(2). *** Die voorstelling is heel aantrekkelijk doch geenszins overtuigend. Ik kan in Frechlingas en varianten niets anders ontdekken dan Flessingues, fransche vorm van Vlissingen, op verschillende manieren verkeerd gelezen, geschreven of afgeschreven. Met zulke onbetrouwbare vormen is het onvoorzichtig taalkun- | |
[pagina 138]
| |
dige afleidingen te zoeken. Bij de opgegeven varianten kan ik er nog twee andere voegen: Flexingas, zooals ik meermaals ontmoette in stukken uit de 16e of 17e eeuw (x werd g of j ca. 1600; gesproken toen als fr. ch, nu als Vlaamsche ch); Pecilingas = Flessingue, in den Tesoro de las dos lenguas Espanola y Francesa de Caesar Oudin... por Antonio Oudin. En Bruselas, Juan Mommarte, 1660. Met Bruggelingen zijn die Spaansche vormen m.i. niet samen te brengen. En eerst en vooral: is de benaming ‘Bruggelingen’ wel zoo oud als dr. van der Meulen meent te weten? Daarbij Bruggelingen zou in 't Spaansch een vorm gegeven hebben op -ingos, met lidwoord los er voren (a los, de los...) en dit lidwoord ontbreekt in de aangehaalde teksten. Brugge is in 't oud Spaansch altijd Bruxas, later BrujasGa naar voetnoot(1); de inwoners van Brugge zouden genoemd geworden zijn Bruxeses > Brujeses, naar het Lat. Brugenses en Fr. Brugeois (vgl. Cordobeses = inwoners van Cordoba). Besluit: Bruggelingen ontsproot uit een rijke verbeelding, Vlissingen alleen steunt op zakelijken grondGa naar voetnoot(2). A. Dassonville. |
|