Biekorf. Jaargang 37
(1931)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdProcureerre.
| |
[pagina 120]
| |
Het Mnl. Wdb. (VI, 724) van Verdam geeft nopens dit woord al den noodigen uitleg. Toch heeft de eerw. Uitgever den zin slecht begrepen en keeraafsch vertaaldGa naar voetnoot(1) en liet alzoo eene kostelijke geschiedkundige bizonderheid nopens de aloude instelling onbenuttigd. We vernemen immers uit den Regel dat er te Brugge heel vroeg procuratores, tutores, voogden, avoués, over 't Begijnhof aangesteld waren. Die procuratores, elders nog pensoors, momboors, proviseerders geheeten, waren manspersonen, leeke of geestelijke, die het ambt van voogd uitoefenden, toezicht hielden over het beheer der gelden, behulpzaam waren bij het bestuur der zusters, en de begijnengemeente gerechtelijk moesten vertegenwoordigen. Daarbij hadden zij nog, zooals te St. Truiden, bij voorbeeld, hun woord van spreken bij de benoeming van den pastor en hielpen tevens om de groot meesteres te kiezen. Die instelling staat nauwkeurig beschreven in 't geleerde werk van L. Philippen, De Begijnhoven, bl. 241-245 (Antwerpen, 1918). Dat er op het einde der 13e eeuw voogden over den Brugschen ‘Wijngaerd’ aangesteld waren en dat ze aan de verkiezing der ‘grote meestrigghe’ mochten deelnemen, zijn geschiedkundige bizonderheden die, door de schuld eener gebrekkige ontleding, niet mogen in het duister blijven. A.V. |
|