Biekorf. Jaargang 37
(1931)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe drie gebroers.IN O.L. Vrouwkerke te Kortrijk komen ze dienen voor de ‘De Drie Gebroers’. Er bestaat daar geen bizondere ‘zegen’ voor: 't is de relikwie van Sint Marculfus (Marcoen) die dienst doet voor de Drie Gebroers. En de dienders gaan ook bidden voor het beeld van denzelfden heilige dat achter den hoogen autaar staat. 'k Ondervroeg daarover Leonietje, een oud vrouwke van 79 jaar, dat nog heele dagen op de been is om voor de menschen te gaan dienen. - Dienen ze nog elders voor de Drie Gebroers? - Ik en wete maar van hier. En ze komen naar hier van verre, want 't is hier goed voor de Drie Gebroederkes. | |
[pagina 115]
| |
En 't wees daarop naar backten den hoogen autaar waar ze gaan lazen voor 't beeld van Sint Marculfus. - En waarvoren dienen ze? - Ehwel voor de abcessen en de onbekende plagen! Leonietje spreekt altijd van de Drie Gebroederkes, anderen zeggen de Drie Gebroers. Welke heiligen zouden hier nu bedoeld zijn? De Franschen kennen: les Saints Geômes, les Saints Jaumes (= jumeaux); Lat. Fratres Gemelli, Tergemini. Het zijn drie gebroeders, bij name Speusippus, Eleusippus en Meleusippus. Zij stierven den marteldood, samen met hunne grootmoeder Leonilla, in Cappadocië (Klein-Azië) onder keizer Marcus Aurelius. In het Martyrologium staan zij vermeld onder den 17 Januari. Hunne relieken werden reeds op het einde der 5e eeuw naar Langres in Frankrijk (Haute-Marne) overgebracht en berusten in de kerk van Geômes, een dorp dichtbij Langres dat naar hen zijn naam kreeg. Zij zijn de tweede patroonheiligen van het bisdom Langres en ook nog titelheiligen van verscheidene kerken in Frankrijk en Duitschland. Zij worden nog bizonder vereerd te Ellwangen in WürttembergGa naar voetnoot(1). Hun marteldood is beschreven door Warnaharius een priester uit het bisdom Langres, in de 7e eeuwGa naar voetnoot(2). Die heiligen moeten in de middeleeuwen zeer vereerd geweest zijn, want zij verdienden een plaats in de Legenda Aurea van Jacob a VoragineGa naar voetnoot(3). Het zijn misschien die ‘Drie Gebroers’ die door de volksvereering te Kortrijk bedoeld worden. Er zijn echter geen bewijzen voorhanden: noch relieken, noch beeld, noch oorkonden, waardoor we iets nopens de oudheid en oorsprong van die veree- | |
[pagina 116]
| |
ring zouden kunnen vernemen. De eenige bron is de mondelingsche overlevering, het bestaande gebruik. Is het soms geen ziektediening door Vlaamsche ‘dienders’ van Fransche bedegangers overgenomen? Dit zou het eenigste geval niet zijn van hetgeen men zou kunnen noemen: de verschuiving der ziektedieningen. E. Neylants. |
|