Is het niet zonderling hoe die zelfde benaming van 1914 tot 1918 hier te lande, vooral rond Rousselare, ook alzoo uitgesproken werd?
K.d.F.
Een magere troost.
- 't Is nog een troost van brood t'ein, er zijn nog drie plaân mogelijk daarmee: de korste, de kruime en droogen brood!
Watou.
[L.D.W.]
Een Iseral.
- Dat is een wikkelachtige, ze moet altijd entwaar loopen: 't Is lijk een Iseral!
- Wat is dat?
- Enwel de Iseraëls! ze liepen ook zonder te weten waaruit of waarin!
Brugge.
[L.D.W.]
Patatten en Pateel t'eten.
- Te noene, zegt Steven, eten we patatten en... en... e...
- Ja, ja, helpt hem Meten, patatten en pateel t'eten!
Of moet ik schrijven: pateelteten?
Stalhille.