Vragen en antwoorden
Naaldooge. - Zou naaldooge (= libel, glazenmaker) niet beteekenen: die door het oog van een naaide kan?
Het groot insect heet in het Gentsch: Heere, het kleine blauwe; Waterjuffer of Juffer. Waarschijnlijk zal Heere ontstaan zijn na Juffer.: het ommegekeerde is echter ook mogelijk. - Een andere name voor Heere is: glischheere, d.i. lischheere.
Nog een eigenaardigheid. Een heertje (persoontje) dat veel wind maakt en niet veel geld heeft, noemt men in het Gentsch o.a. een glischheere.
A. Hegmans.
Fliepe. - Is. Teirlinck schrijft in zijn Zuid-Oostvl. Idioticon: Fliepe = neus, lange neus. Moet het tot den persoonsnaam wel gebracht worden? Peer hee ne ferme fliep! Va(n) zijne fliep maken, van zijnen neus maken?
Wij weten het niet, maar wij herinneren ons uit onze jeugd dat onze oude tante, die een neus van bcteekenis had, zei ‘'t Is ne keuninksfliepe dat ik hem, 't is nen bourbongs neuze’. Toespeling op den neus van Louis-Philippe? Kent iemand voorbeelden van voor de tijd van dien Louis? Wellicht komt het woord toch van een persoonsnaam.
A. Hegmans