Joost de Damhouder
van Brugge (1507-1581), de bekende rechtsgeleerde en ‘Raedts-heer der Keyserlijcke Finantien’ in de Nederlanden, was onder andere ook nog ‘opper forestier’ van Vlaanderen. Dit was een ambt waaraan geen last, wel eere en profijt aan vast was. De Duinenabdij hielp mede de kosten daarvan keeren. In de Rekening over de jaren 1565-66, bewaard op het archief van het Brugsche Seminarie, komt onder het hoofdstuk ‘Betalynghe van Losrenten’, de volgende post voor:
‘Betaelt mer Joos Damhoudere in redemptie van vii hondebrooden de weecke ende iiii. convents wittebrooden oick alle weke, de zelve redemptie ghedurende tleven van mynen Eerw. Heere [den abt van Duinen] ende den voirscreven Damhoudere als upper forestier, tsjaers 12 lb. parisis, compt hier over tjaer '64.’ (f. 20 r).
Over Joost de Damhouder als rechtsgeleerde heeft Mr. E.I. Strubbe een belangwekkende bijdrage gesteld in het Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis van Lemberg (Polen), jaargang 1930: Die Stellung Damhouders in der Rechts-wissenschaft. Wielant-De Damhouder. Daaruit blijkt dat Damhouders zoo bekende en verspreide Practycken een ware letterdiefte zijn ten nadeele van zijn grooten voorganger Philips Wielant (1440-1520)
A.V.