Biekorf. Jaargang 36
(1930)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdHet balspel.DE spelen, waarbij men zich van een bal bedient, zijn steeds een geliefkoosd vermaak geweest voor kleine... en groote kinderen. Het balspel was alreeds in Oud-Egypte en bij de Oude Grieken beoefendGa naar voetnoot(1). Zeer bekend is de mooie idylle uit Homeros' Odvssea: hoe de koningsdochter Nausikaä en hare dienstmaagden op het strand met den bal speelden, terwijl het waschgoed te drogen lag. Vele steden in 't oude | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 376]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Griekenland hadden een sphairistèrion, een voorbehouden plein voor het spel met de sphaira of bal. Ook de Romeinen kenden een lusio pilaris. In heel West-Europa werd het spelen met den bal, onder verscheidene vormen, o m. het kaatsspel, het klossen, het kolven, in vroegere tijden druk beoefend, zoodat het tot de eigenlijke volksvermaken mag gerekend worden. Onder de balspelen was het kaatsspel, het vermaak bij uitmuntendheid, voor alle standen, een echt volksvermaak in den breedsten zin van het woord, dat zoowel door vrouwen als mannen beoefend werdGa naar voetnoot(1). In zijn Dat Kaetspel Ghemoralizeerd ontleende de rechtsgeleerde en letterkundige baljuw Jan Vanden Berghe (13... -1439) aan dit vermaak uit het dagelijksch volksleven het raam waarin hij bespiegelingen over het toenmalige recht, voor zijn tijdgenooten aanschouwelijk maakteGa naar voetnoot(2). Reeds daaruit blijkt de gegeerdheid van dit spel; in onze streken werd het bovendien van overheidswege geregeld. Te Oudenaarde o.a. gaf het in 1338 aanleiding tot het uitvaardigen van een ‘Keure van Kaetchenne’, die verbiedt ‘de kache te speelne op tkerkhof’Ga naar voetnoot(3). - Men speelde met den bal op openbare plaatsen, in dorp en stad. Op den buiten althans werd het spel in open lucht gespeeld: waarom men dan ook, om het openlucht-kaatsspel te beduiden, van de boerenkaats sprak (jeu de longue paume). In de steden echter, waar het magistraat rekening had te houden met de ongemakken die daaruit voor het verkeer konden voortspruiten, waren zekere vormen van het balspel in open lucht verboden. Zoo wordt er te Brugge, door een Hallegebod van 21 Juni 1491, voor gewaarschuwd ‘dat men geene taveernen open houde, noch drancken en stelle,.. caet- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 377]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
spelen en gheve, closbane noch andere spelen’ (op den dag der processie van Sint Donaas)Ga naar voetnoot(1). In eene verordening van het Vrye van Brugge wordt er, ao 1461, bepaald: ‘Item dat van nu voortan, niement wie hy zy, en spele eenich spel van scietene, van catsene, van balslane, van clossene, van keghelene’. Een zelfde verbod luidt, ao 1542, als volgt: ‘Item, dat van nu voortan, niement wie hy zy, en spele eenich spil van.. caetsene, van clossene,... in kerken, cappellen of kerchoven’. Bij Hallegebod van 25 Juli 1585 wordt andermaal te Brugge verboden ‘den bal te slaene met colven ofte paillemaillien achter de straete’Ga naar voetnoot(2). Er werden in de steden soms overdekte, besloten raket- en kaatsbanen gebouwd. Uit de rekening van Brugge over het jaar 1564-65 blijkt dat het magistraat aan zekeren Hendrik van der Meere een toelage van 3 lb. gr. schonk ‘ter hulpe van tupbringen van eenen nieuwen catspele verdect met scaillen’Ga naar voetnoot(2). Elders had men zelfs een stedelijke kaatsbaan. Algemeen bekend is de kaatsbaan te Versailles, waar door de Constituante de eed van 1789 (le serment du jeu de paume) werd uitgesproken. Namen - (verdwenen of steeds bestaande) - van straten en pleinen herinneren nog aan vroegere kaatsspelen. Zoo vinden we, wat Brugge betreft, de volgende vermeldingen:Ga naar voetnoot(3)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 378]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Buiten Brugge, in westelijk Vlaanderen, treffen we aan:Ga naar voetnoot(1)..
*** Men bemerke dat de hierboven aangehaalde Hallegeboden niet uitsluitend het eigenlijke kaatsspel vermelden, maar voornamelijk het balslaan, klossen, kolven, enz, verbieden. Hoe ongeloovig zouden onze hedendaagsche melk-baardige ‘dandies’ en kortgakapte nufjes opkijken, moest men hun zeggen dat zij, mat hun raket in de hand, er eigenlijk zeer ‘oudewetsch’ uit zien! En toch is het zoo. We lezen inderdaad dat er te Brugge, bij gebod van 2 April 1524, wordt verboden ‘den bal achter strate te slane met colven, palletten, batoenen, raketten, of andere stocken of instrumenten’Ga naar voetnoot(2). Zekeren tijd daarna wordt er opnieuw verboden den bal te jagen ‘met colven, paletten, ratelen, beerdelen, raketten, noch andere sticken of instrumenten’Ga naar voetnoot(3). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 379]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een andere maal luidt het: ‘zo wel metter handt als met batoiren, raketten ofte andere instrumenten’. In het SchauboecGa naar voetnoot(1) staat, onder dagteekening van 18 Mei 1605, aangeschreven dat iemand ‘verclaert dat hy zondaghe tusschen zeven ende acht hueren naer noene quam, ontrent de Sterre in de hoochstraete; heeft aldaer ghezien staen zekeren jonghen hebbende een racket in de handt verwachtende eenen bal die van een anderen jonghen opgesmeten was met een racket’. In den ‘Spiegel van den Ouden en Nieuwen Tijdt’ van Cats, staats een plaatje, afbeeldende twee jonge lieden die elkaar met een palet, gelijkend op een raket, een bal toekaatsen. Een passend rijmpje is er door den ‘dichter’ Cats bijgeschreven. Zouden onze huidige voorname tennisbeoefenaars er het flauwste benul van hebben dat zij, op de ‘courts’ van hunne ‘clubs’ eenvoudig de houdingen en gebaren herhalen van hunne rasecht-vlaamsche, veertiend- en vijftiendeeuwsche voorouders? *** En de stramme ouwe heeren die op het naar engelschen trant aangelegde grasplein, in het park vóór het kasteel, met aamborstige grijze dames een genoeglijk en varpoozend partijtje ‘croquet’ spelen?... Zij leveren aan het volgende geslacht de zede van de middeleeuwsche klossespelers over. Immers, bij het klossen of beugelen, moest de bal door een beugel, klosbeugel, klosring of klospoort gedreven worden, met een houten hamerGa naar voetnoot(2). Herinnert het huidige croquet niet heel sterk aan dit ouderwetsche klossen? Calom (1626) beschrijft het spel als volgt: In het midden staet een beugel
Die met een gestaelde vleugel
Vastgeplant is in der eert.
.... Die de bal ter vlucht kan jaegen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 380]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dat hy door den ring mag dragen
...alder meest wint van zyn maets.
Kiliaen zegt: klosbane = boghelbane. Het slaghout heet: klosbeytel, cleppe, swepe, flagellum. In het Schauboec staat, onder dagteekening van 18 Augustus 1559, verhaald hoe ‘Jan de Smet, tapytsier, met Claeis Cornelis, scildere, in de Vyf Ringen had gewonnen metter closse up den voornoemden Claeis hondert cannen biers, daerof zy te dien dage alleenlick gedroncken hadden twaelf stoopen’. *** Daar hebben we waarachtig nog het ‘Kolfspel’, met een k. De kolve was een lange stok (een meter of meer) welke aan het uiteinde een ijzeren blokje had; soms was het ijzer vervangen door een houten blokje. De kolver sloeg met beide handen. Het kwam er op aan een houten bal (3-4 centimeter doorsnede) naar het doel te jagen (1/2 uur ver of nog verder) met het minste getal kolfslagen. In Picardië was het kolfspel in zwang in de XIIIe eeuw. Het is ook een der oudste Limburgsche spelenGa naar voetnoot(1). We zullen het niet wagen te beweren dat de aristocratische snobs die in hun Golfclubs langs de Vlaamsche kust onze boeren denken te verbluffen met een vermeende uitheemsche sport, eigenlijk slechts naäpen wat de voorzaten dezer zelfde boeren eeuwen geleden hebben voorgedaan. De prikkelende verdere navorsching in deze richting blijve onze fijne gasten bespaard, hoewel er anders wel gronden zijn om te vermoeden dat er tusschen hun ‘golf’ en het oude vlaamsche ‘kolfspel’ eenige, misschien zelfs een nauwe, verwantschap bestaat. Laten wij hier maar, voorloopig althans, om den wille van vrede, hunne ‘links’ links liggen. J.C. |
|