Verfkuipen onttooveren.
- Lijne De Roo stond in 1596 voor de Brugsche schepenbank te recht onder de beschuldiging ‘dat zij onttooverde’. Den 8 Juni van gemeld jaar komt een blauwverwer G. Caene ter vierschaar getuigen hoe Lijne zijne verfkuipen, die hij meende betooverd te zijn, kwam onttooveren: ‘zijnde Lijne des anderen daechs ghecommen ende heeft de cuijpen gheholpen zo datter gheen deeren meer anne en was,... hebbende Lijne ghebrocht wijewater, ghewijt broodt, een stick van een ghewijde keersse zo zou zeyde, van welck wijewater ende ghewijdt broot de deposant metghaders alle die vanden huyse tottet minste kijnt toe, moesten alle daeghe eten elc drie beten ende drijncken drie druepelen neghen daeghen lanck gheduerende, ende mettet hende keersse maecte zou drie cruijskins van wasse, de welcke zou plactede jeghens de cuijpe ende wiert de cuijpe daermede gheholpen omtrent den tijt van XV. maenden...’. - Rijksarchief te Brugge. Crimbouck der Stad Brugge (1594-1607) nr 662, fo 75v.
E.I.S.