Biekorf. Jaargang 36
(1930)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdHoe ze Karel den Goede vieren in Denemarken.BRUGGE en staat alleene niet om zijnen zaligen Graaf te vieren. Denemarken weet ook zijnen zoon, den zoon van den heiligen Deenschen Koning Knud, in eere te houden en te huldigen. De jeugd van Kopenhagen vierde nu laatst zijnen feestdag met de opvoering van een spel, waarvan ik den wijzer in 't Vlaamsche hier heb overgezet. 't Lied dat er op volgt staat op de keerzijde van dien spelwijzerGa naar voetnoot(1).. | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 147]
| |||||||||||||||||||||||||||||
St. Knuds skole.
|
Karel, graaf van Vlaanderen (zoon van Knud den Heilige). | |
Robert | ) zijn ridders. |
van Straten | ) zijn ridders. |
Bertulf, proost | |
Burchard, zijn broederszoon. | |
Willem, zijn neef. | |
Karels biechtvader. | |
Oluf, een Deensch pelgrim. | |
Een dienaar van Bertulf. | |
Een bode. | |
Karels gevolg; Vlaamsche ridders en arme lieden |
't Speelt te Brugge den 1. en 2. Maart. 1127.
1. | Bedrijf. 't Binnenhof van Karels kasteel. |
2. | Bedrijf. Bij den proost Bertulf. |
3. | S. Donaaskerke. |
De zalige Karel.
2. Maart.
Opstel van Johs. Frederiksen.
Te Brugge staat een schrijne wier pracht
een genot is voor allen die ze aanschouwen;
nog straalt hij, die er in berust,
in den luister en glans zijner deugden.
Zijne name, graaf Karel, is wijd beroemd;
van de oudste tijden groeiden om
zijn levensbeeld, bij 't volk, twee namen:
Karel ‘de Deen’ en Karel ‘de Goede’.
De Denen knielen met vroomheid neer
voor zijn schrijne bewaard te Brugge,
want hij was een tak van den boom
die hen beschut en overlommert;
dat getuigt der Denen luid gebed
[pagina 148]
tot den zoon van hun heiligen koning:
waar Knud zijn naam hun werd vermeld
klonk Karels naam hun telkens ook in de ooren.
En hij die twee kronen eens verstiet
en stierf als Bloedgetuige,
hij bidde voor ons, dat eenzelfde trouw
dezelfde vruchten dragen moge,
dat wij, verachtend 's werelds praal,
de krone des hemels mogen werven,
den handschoe werpen naar het kwaad
lijk ‘goede’ mannen, lijk ‘Denen’.
R.v.K.
- voetnoot(1).
- Die spelwijzer, te zamen met het boekje dat blz. 157 besproken wordt, werd ons welwillend toegezonden door Kan. A. De Meester: dien we daarvoor hertelijk bedanken.