Biekorf. Jaargang 36
(1930)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe vervlaamsching van het Bestuur in West-Vlaanderen (1823).DE nieuwe indeeling der provincie in acht districten, viel samen met de vervlaamsching van het bestuur. Deze vervlaamsching was voorgeschreven door koninklijk besluit van 15 september 1819Ga naar voetnoot(1); ze zou in | |
[pagina 69]
| |
voege treden op 1 januari 1823. Tot op dien dag bleef de fransche taal in gebruik bij het provinciaal bestuur, en alhoewel de gedrukte akten van de provincie tweetalig waren, toch was er 't fransch nog heer en meester. Van af 1 januari 1823 veranderde dit alles: heel het bestuur was in het vlaamsch. Het gebeurde soms nog dat de gouverneur zijn opmerkingen in het fransch schreef op de ontvangen stukken, maar het antwoord op deze stukken was uitsluitend in het vlaamsch opgesteld. De akten voor 't algemeen bestuur der provincie zijn, van af het 14e deel (jan.-juni 1823), in het vlaamsch alleen gedrukt. Het eerste stuk van dit 14e deel (blz. 3), luidt als volgt: | |
Circulaire betrekkelijk het gebruik der landtaal in alle publieke akten en stukken.Van den 2 Januarij 1823. Aan de Heeren Districts-Commissarissen, en aan de stedelijke Regeringen en Gemeentebesturen der provincie. Het zal uwen aandacht niet ontgaan zijn, dat volgens artikel 5 van 's Konings besluit van den 15 september 1819, te rekenen van den eersten januarij 1823, geene andere taal dan de landtaal, voor de behandeling van openbare zaken, kan erkend en gewettigd worden, en dat alle administrative, financiële en militaire autoriteiten, collegien of ambtenaren, zonder onderscheid, in alle zaken, tot hunne ambtsverrigtingen betrekkelijk, zich van dat tijdstip af, bij uitsluiting, van de landtaal moeten bedienen. Ik verzoek Ued. Achtb. derhalve deze dispositien na te komen, en van de landtaal alléén gebruik te | |
[pagina 70]
| |
maken in alle handelingen, die uwe ambtsbetrekkingen aangaan, Ik moet hier nog bijvoegen, dat van heden af, alle stukken, welke mij van uwentwege, in eene andere taal geschreven, zouden toekomen, zullen worden terug gezonden. De Staatsraad, Gouverneur van West-Vlaanderen. B.J. Holvoet Het voorstel tot indeeling van de provincie in acht distrikten, dat op 4 juli 1822 naar de Minister van Binnenlandsche Zaken en Waterstaat overgezonden wasGa naar voetnoot(1), was nog in het fransch opgesteld; enkele gemeenten stonden er met hun franschen naam vermeld. Op 28 februari 1823 liet deze minister weten aan de gouverneur van West-Vlaanderen, dat de koning wilde dat in zijn besluit, waarbij West-Vlaanderen in acht districten zou verdeeld worden, de namen der gemeenten in het vlaamsch zouden zijn. De minister had zelf de volgende plaatsnamen vertaald: Messines-Meessen; Neuve Eglise-Nieuwkerk; St George-St Joris; St Jean - St Jan; Vive-St Bavon - Vive-St Baafs. Hij vroeg of deze vertaling goed was, en hoe men in het vlaamsch: Bas Warneton, Espierres en Mouscron schreef, en ook als er nog andere gemeenten waren die een franschen en een vlaamschen naam droegen. De gouverneur antwoordde op 3 maart dat de vertalingen goed waren, dat Bas Warneton = Neder-Waasten, Mouscron = Mosschroen, Espierre = Spiere vertaald werden, en dat in de provincie nog de volgende gemeenten twee namen hadden: St Andries, Ste Kruis, Ste Michiels, Ste Pieters, St Pieterscappelle, St Jacobscappelle, Vijfve St Eloys, St Denys (St Genois), Halkin (Helchin) en Comen (Comines). Het koninklijk besluit verscheen op 7 maart 1823Ga naar voetnoot(2). | |
[pagina 71]
| |
De ambtenaars die geen vlaamsch kenden, hadden drie jaar tijd om vlaamsch te leeren, daar het koninklijk besluit van 15 september 1819 enkel op 1 januari 1823 in voege trad. Niettegenstaande dezen langen tijd waren er toch die het vlaamsch niet heel en al machtig waren, zooals blijkt uit de volgende twee stukken uitgaande van den districtcommissaris van Veurne, ter gelegenheid van de nieuwe indeeling der provincie in acht districten: | |
No 664
| |
No 1
| |
[pagina 72]
| |
Staatsraad Gouverneur dezer Provincie in bediening gestelt. In deze gelegentheid laat mij toe de Amptenaren der Gemeente-besturen van het voormalig Distrikt te bedanken over hunne hulp, yver en vlijt waarmede het mij gemakkelijk geweést heéft in dit Bestuur te voorzien. Ten andere betuige aan de Amptenaren der Gemeenten afgesneden van het Distrikt Veurne mijn leetwezen van geen deel meer te nemen in hun Bestuur, nogtans zij bij Mijnen Edelen en Waarden Amptgenoot der Distrikt DixmudeGa naar voetnoot(1), een voorzorg genieten die mijn hartzeer van deze afscheiding is verflauwende. Eijndelingen hebbe ik de eer de Gemeente-besturen uitmakende het Ringsnoer dezer distrikt te verzekeren dat alle mijne poogingen zullen strekken om hunne Belangen voortestaan ende alzoo door de medehulp U.A. Heeren het welzijn der omtrek te bezorgen. De Distrikt Commissaris, Bernier d'Hongerswal. Staatsarchief Brugge, Modern Archief, Bundels, 3e reeks, nr 1582. Jos. De Smet. |
|