Binnen de woorden wordt de h in -hem en (-e)g-hem weggelaten, maar bewaard in -hof, -ham, hil enz. Waar -hem en -eghem tot -om en -ekom geworden zijn, is dit zeer natuurlijk, maar niet in Vlaanderen, waar -hem en -ghem met eenen sterken bijtoon gesproken worden, en geen de minste neiging tot verdooving aan den dag leggen. Voor den Vlaming is -hem in Houthem, Lophem, enz, een op zich zelf bestaande - of bestaan hebbende - woord.
Zelfs is zijne beteekenis, geloof ik, voor de meeste Vlamingen geen geheim; en verder weet men dat in -ghem dit zelfde hem (heim) opgesloten ligt. Wij schrijven zoo natuurlijk Houthem, Lophem, Rekhem, enz, als wij schrijven schoonheid, waarheid, enz. en even natuurlijk Avelghem, als wij schrijven bezigheid. Daarom zou ik in al de namen op -hem en -eghem de h bewaren, zoowel als in 't begin van de woorden.
En ik zie niet in waarom de etymologische h niet overal zou geschreven worden. Dus ook in Reninghelst (en Herenthals, in Ant.), in Handshame (en Eenhame, in Ovl.), zelfs in Kokshijde en Lombaardshijde.
Geheel Westvlaanderen door worden de namen, die tot nog toe met -seele, -zeele geschreven waren, gesproken met de zoogezeide scherplange ee, die bij ons een tweeklank is en nooit met gelijk welke andere e verward wordt. Reden genoeg om de spelling met ee te bewaren, en niet met de Comm. te schrijven -sele en -zele. Deze uitgang draagt ook een zwaren bijtoon, en 't is wel aan dezen bijtoon te danken dat e, omklank van a, overgegaan is tot ee. - Uitneming Leisel, hetwelke dan ook niet Leiseele geschreven wierd, noch mag geschreven worden.
Wij spreken i-s, i-zer, enz., maar schrijven, gelijk iedereen, ijs, ijzer, enz. Men schrijve dus ook IJzeghem, IJzenberge, de IJzer en IJper, niet zooals de Comm. Izeghem, Izenberge. Overigens is beklemtoonde i in open lettergreep geene nederlandsche spelling; alleen in vreemde woorden, liter, enz., wordt zij geduld.