Biekorf. Jaargang 35
(1929)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe Volks-telling van 1697 in de Acht-Prochien van het Veurne-ambacht.DE vroegere kasselrij van Veurne bestond uit twee deelen: 1o de keure verdeeld in Noordtvierschare en Suydtvierschare, die bestond uit de parochiën van het platte land en 2o uit de acht prochien, die afhingen van plaatselijke heeren. Ziehier de lijst van deze laatste alsmede hun oppervlakte: Watou: 5332 gemete. Reninghelst: 3531 gem. Noordschote en Zuytschote samen: 3100 gem. Vlamertinghe; 2856 gem. Elverdinghe 2200 gem. Locre: 1307 gem., en 150 roeden. Woesten: 607 gem.Ga naar voetnoot(1). | |||||||||||||||
[pagina 279]
| |||||||||||||||
Buiten de parochiën had men er nog de volgende brancken, verdeeld in de vier brancken die ten noorden van den Yzer lagen (men noemde ze Noortover):
Verder waren er nog negen vereenigde brancken:
De stad en kasselrije van Veurne waren overgegaan in het bezit van Lodewijk XIV door den vrede van Aken op 2 mei 1668Ga naar voetnoot(3). De fransche intendant die het bestuur had van het deel van Vlaanderen welke door de Franschen ingelijfd was, gaf bevel in 1697 eenert staat op te maken van al de inwoners der acht prochiën; het bestuur van deze laatste schreef dit over aan al zijne onderhoorigen, 20 october 1697. Terzelfdertijd werd hun een boekje overgezonden waarin uiteengezet stond hoe deze optelling moest geschieden. | |||||||||||||||
[pagina 280]
| |||||||||||||||
Dit boekje van 16 blzn. draagt als titel: Méthode générale et facile pour faire le dénombrement des peuples’, op blz. 15 staat: ‘Permis d'imprimer. Fait ce 14. May 1686 signé, De La Reynie’, en onderaan op dezelfde blz. ‘A Ipre, Imprimez chez Martin de Backer, Imprimeur du Roy, demeurant dans la ruë de Messines m.dc.xcvii’. Het meet 370 mm. op 245 mm. Bovenaan op de eerste blz. zijn de wapens van den franschen koning afgedrukt. Het steekt in een omslag van blauw papier. De tafels voor de optelling waren verdeeld in e'f kolommen: In de eerste werden de huizen geteld, de tweede was voor den naam van het hoofd des huisgezins, zijn beroep, en in geval hij arm was vermelding van dit erbij, de 3e kol. was voor de gehuwde mannen, de 4e voor de gehuwde vrouwen, de 5e voor de huwbare jongelingen, t.t.z. de jongens boven de 14 jaar (garçons à marier), de 6e voor de huwbare meisjes, t.t.z. de meisjes boven de 12 jaar (filles à marier), de 7e voor de jongens onder de 14 jaar, de 8e voor de meisjes onder de 12 jaar, de 9e voor de dienstknechten, de 10e voor de dienstmeiden, en de 11e gaf het getal leden van ieder huisgezin. In het boekje werd ook uiteengedaan hoe men te werk moest gaan om dezelfde personen geen twee maal in de optelling op te schrijven. Hier volgt nu een overzicht van deze optelling volgens het pak nr 252 der Kasselrie van Veurne, berustende op het Staatsarchief te Brugge. In dit pak vinden we een van die evenvermelde boekjes ‘Méthode enz.’, alsook de optellingen voor ieder der acht parochiën en der negen vereenigde branken; de optellingen voor de vier branken van Noortover zijn er niet bij.
Verkortingen: H. = huizen; G. = gezinnen; I. totaal inwoners; Geh. Mn. = gehuwde mannen; Geh. Vr. = gehuwde vrouwen; Jb. =jongens boven de 14 | |||||||||||||||
[pagina 281]
| |||||||||||||||
jaar; Mb. = meisjes boven de 12 jaar; Jo. = jongens onder de 14 jaar; Mo. = meisjes onder de 12 jaar; Dk. = dienstknechten; Dm. = dienstmeiden; Ag. = arme gezinnen; U. = uitbesteede arme kinderen; K. = kinderen (jongens onder de 14 jaar en meisjes onder de 12 jaar): 1, 5; 2, 3; 3, 2; 4, 4; enz. = 5 huizen met één kind; 3 huizen met twee kinderen; 2 huizen met drie kinderen; 4 huizen met vier kinderen; enz.
Merkt op: De naam van ieder branke is geschreven zooals ze in de optelling staat.
| |||||||||||||||
[pagina 282]
| |||||||||||||||
Jos. De Smet. |
|