telijk fransch noch te weren daarom. Zij zijn internationaal en dus op te nemen... met liefde!
- Ha ja!
Maar 'n is dat geen drogreden soms? Boeren en menschen in Vlaanderen - en van-z'n-leven heb ik er veel hooren praten - wanneer zij iets willen vermonden, dan... zeggen ze dàt wat ze willen gezegd hebben, ert ze 'n zijn tevens ook met niets-ander's bekommerd dan om te worden verstaan; zoogauwe verstaan, zijn ze weg aan 'wat anders. Waarom daarentegen zijn de Degelijken nu, wanneer zij-ze iets gaan verkonden, waarom staan zij altijd verlegen, niet met één maar twee dingen eer? Eerst: ook met te worden verstaan; en ten tweede: met te worden bewonderd? M.a.w. eerst, met te zeggen wat schikt; en ten tweede, met het te zeggen 'n beetjen uitnemende weg? Uit praalzucht een weinig, nietwaar? En even, heel die beredening boven, komt voort uit die praalzucht en uit niemendal ander's; 't is te zeggen, na een beetje gewoonte zal het zijn ook uit gemakzucht, maar aanvankelijk, om te beginnen, 't is praalzucht. Die ongelukkige praalzucht waarom zoovelen, eerst in 't fransch wilden tateren, in praalfransch, en nu eer de voornaamheid in... praalvlààmsch betrachten! ... Och! 'k zou 't willen weten waarom een Vlaming - een die nièt en wil pralen -, waarom een Vlaming alzoo, die het begrip ‘internationaal’ wilde uiten, of een ander begrip in dien aard, waarom hij niet zou mogen rechtzinnig uit zijn eigenen taalschat, eigengemoeds en vanzelfs lijk, daar een eigen vlaamsch woord toe gevoelen? En voelde hij een-zoo, vond hij eenzoo, welke andere Vlaming zou hem dan mogen verbieden dat eigen-verstaanbare woord uit te spreken? Vlaamsch weze vlaamsch, behoore 't of niet... internationaal (t.t.z., niet ‘wederlandsch’ neen, maar allerlandsch) te geworden!
Dan, die wanreden daar, dat wij de vreemde woorden, haast àl, ten onrechte als fransche aanzien omdat wij maar alleenlijk fransch kennen? Gaan ze allichte zwijgen die mannen daarmee? 'k Neme nog aan dat ‘inter’ latijn is, geen fransch, en evenook ‘natio’; en dat ‘internationaal’ evenzooveel in Engeland als in Frankrijk gebruikt wordt. Maar indedaad, van wien-van-die-beiden pakten wijVlamen dat woord over in 't vlaamsch? Van den Engelschman? neen, we zouden 't op zijn engelsch nazwatelen: ‘ienterneesjenel’ en niet ‘enteernasjonaal’! 't Is van den Franschman alleen! Al dat internationale gepraat van alhier, komt uit het fransch allemaal en uitsluitelijk schier; al komt het onrechtstreeks voort uit 't latijn, rechtstreeks komt het hier toe uit het fransch. En hierin ligt het gevaar voor het vlaamsch: nl. dat we op een einde het fransch-zèlf als internationaal gaan aanzien, en dat wij, al doende om het