gade van (II, 175 vlg.) eentje uit Denderleeuw en Vlierzele, en uit Herdersem, en uit Munkzwalm, nl.:
Op mijn hoofd staat een bonnettje
[(of) een bonnettje gelijk een pluim]
pluim, pluim, pluim, en een hanepluim.
Hier is mijn vinger en daar is mij duim.
...en terbinst dat ze dit opzeggen steken de kinders vinger of duim omhooge, oftewel tellen de vingers en ten laatste den duim.
Te Brugge is 't ook tellen dat ze doen, en ze zeggen:
Op mijn hoofd zat er 'n bagijntje,
'n bagipitje, pluim, pluim, pluim
Hier is mijn vinger en daar is mijn duim.
A. Verwaetermeulen.
BIJ regenboogweêr dansen de kinders (vgl. boven, bl. 192) en zingen herhaaldelijk:
'k Zijn zoo geren zijpme'sch-nat!
(Knokke).
J.D.L.