‘Hillen’ = hoogten, in de duinen?
(Vgl. boven bl. 214).
Op de oostkust, ja.
Men kent er niet ‘hil’ maar hul (mann.): den hul.
Een hul is steeds een hoogte; zijn tegenhanger is panne (vr.).
‘Hul’, kortweg, en zonder bepaling, wordt niet als plaatsnaam gebruikt. 't Is een gemeen naamwoord dat voor toponymisch gebruik eene bepaling vergt.
b.v. De hooge Hullen.
De Vossenhul.
De Melkhul, enz.
In 't bizonder de Melkhul: is een begraasde verhevenheid in de platte duinen bij 't Kalf (wijk), waar voordezen koeien graasden en gemolken werden. Vandaar de naam. Ik ken 'n bejaard moederke dat dit bedrijf met de koeien aldaar heeft weten gebeuren, en dat nog in leven is.
***