Biekorf. Jaargang 35

De oorlog in Dickebusch en omstreken
(Vervolg van bl. 224).

1915. Donderdag den 14ⁿ in Hooimaand. Eenige bommen over den Vyver.

Vrijdag, 15ⁿ. Vandage ga ik naar Belle, achter

[p. 253]

't eene en 't ander; ondermeer achter scapulieren: reeds verschillende weken hier nietmeer te vinden.

Vier schrootbommen bij 't bidhuizeken.

Zaterdag, 16ⁿ. 's Morgens ten drie'n, weerwrake van den Duitsch, die twee engelsche grachten doet springen: al Zillebeke is 't; weinig doôn, vele gekwetsten.

Vandage is ervandoor de legerstandoverste die thuislag te Dalle's; een groote nijveraar uit Londen, en die er hier nietveel zijn zinnen heeft ingesteken. Bij zes maanden tewege, zijn hier menschen welke voor hem wrochten, en die nog niet betaald en gaan zijn.

Nu 'n zal er hier geen legerstandoverste meer aangesteld worden. Over het volk van de streke zal meer macht aan onze eigene landwachten worden verleend. Ook komt hier welhaast aan: een toeziener voor Veiligheid en Uitkenninge; deze zal hier verblijven, al deel uitmakende van de Schâbletterschap.

17ⁿ Zondag. Meer volk in de missen. Den dag-door nog bommen; waarvan drie bij ons bidhuis, nl. op 't engelsche en op ons eigen begraafhof. Wat schâ. Geen ongelukken.

De ‘Café Français’ ingeslegen, die bij enkele dagen dan ook heel afgevoerd wordt.

18ⁿ. Den Maandag. Al-die beenen heeft, Belgen en Engelschen, ookal soms de menschen-van-hier, moeten aan 't werk om vestinge en verschansinge te maken. 'n Klein-twintig hofsteden geworden tot echte sterkten. Meest, al 't Hallebastwaard en al den Canada-molen. Daar zijn strijdgrachten-nu in alle sneê en hoogten, met duikers, met allerlei ineengeloop, en met daarvanvoren-aan een hoog en breed gebraam van stekkerdraad.

En ondertusschen 't is te beginnen-pikken. 't En zal op 't vierde niet komen van andere jaren. Bij sommige boeren is 't niets. Bij andere, Kemmelwaardtoe nogal redelijk. Het leger biedt engelsche wapen-

[p. 254]

liên aan om t' helpen in 't koornwerk, doch de boeren kennen die mannen en bedanken om 't aanbod.

In den achter-den vieren twee bommen op Plaatse: t.w. bachten 't Wethuis, dan bovenop 't hoogruim van H. Coene's, en twes menschen gekwetst.

Verder nog smijtinge tusschen Dickebusch en Yper; en, goed-achte-van-den-avond, weer op het dorp - bijna nooit aan die laatte -: schrootbommen tusschen tmijnent en Meester Nollet's. Kogels en brokken alom. Twee belgsche krijgsliên gewond.

('t Vervolgt).

[A.V.W.]