Biekorf. Jaargang 35
(1929)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 215]
| |
In 't algemeen eerst, vroeg H. dF., is ‘hil’ er wel een hoogte? En in 't bezonder, zijn er werkelijk duinen die ‘hil’ heeten? - Ik, zei hij, weet in ‘den duin’ maar van 'n drietal ‘hillen’: twee, onduidelijk zoo genoemd, zoodat ik niet kan wijs worden of daar de hoogte zelf ofwel de aanliggende leegte bedoeld wordt, en eentje te Clemskerke waardat het heelvaste de leegte is die doorgaat voor ‘den hille’. Menigmaal, zei hij nog, heb ik die vragen gesteld aan bevoegde liên van de kuste: nooit 'n beslissend antwoord gekregen. ...Zou soms dat woord ‘hil’, besloot hij, - welverstaan alsan sprekende van 'n duin - niet ingebracht zijn geweest (uit het engelsch) nl. door Belpaire in zijn Mémoire... sur les changements que la côte... a subis... (1827), en vandaar zijn overgenomen eenerzijds door Conscience in zijn Bella Stock, en anderzijds door Duclos in De oude kusten van Vlaanderen, en vandaar in De Bo's Idioticon waar de duidelijke zin ten slotte niet bestaakt wordt? T.R. |
|