Biekorf. Jaargang 35

[p. 127]

Mengelmaren

Boekennieuws
Vanwege ‘De Sikkel’, altijd even prachtig uitgegeven: - Emm. de Bom. De Psychologie van den Antwerpenaar. 1929, in-12, 48 bl., 16 teekeningen van Albert Van Dyck. = Fr. 50.

In Antwerpen, zwaait men geren met groote woorden over klein gedoe, vooral daar onder de ingewekenen. Men doet dat eerst uit geestigheid, 'n beetjen op zijn brusselsch: stilaan dan uit gewoonte; dan verder onbewust en lijk al- 't zelf geloovend. Onschuldig allemaal, maar overvlakkig toch. Hier ook. Het woord Psychologie bedoelt alleen gepraat dat daarop trekt, - wel lief - maar loos gepraat. En die Antwerpenaar? Is aldooreen, en slechts vanbuiten uit gezien, de man daar van langs strate; niet binnen dus beschouwd, noch waar hij hertelijkst en best te vinden is; maar in den hoop, waar echten en waar ingewekenen àl door malkander loopen; waar zelfs die ingewekenen het talrijkst zijn, het meest geruchte maken, het meest hen aanstellen voor wat ze niet en zijn ‘de Antwerpenaars’! En uit dien hoop alsdan, wordt hier gehaald en uitgesteken als oor Antwerpenaar - mits tal van fransche woorden -, 't ‘robuste’ en ‘joviale’ voortgebrengsel van eenerzijds het havenstadsch en allerlandsch gewoel, en anderzijds ‘provincialen’ sleur met nog wat spaansch in 't bloed.

Aantrekkelijk is het werkje, mooi en kunstig opgesteld en uitgegeven, maar niet te aanzien als leerstuk, veeleer als prettig lezingske.

- Edw. Léonard (Borgerhout, Sterrenborgstraat, 6), Bouwen in het Dorp en op het Land. (Uitgeg. met medewerking van B. Boerenbond en Vl. Toeristenbond; en verspreid door ‘De Sikkel’), 1928. in-4ⁿ, 96 bl., met 14 driekleurenplaten, 49 afbeeldingen naar foto's en 16 plannen en uitvoeringsteekeningen. = Fr. 37,50.

Dit werk is niet het eerste dat gemaakt werd over bouw en inrichting van landelijke huizingen. Doch, waar anderen in hun boek, 't eer stelselmatig hadden over kunst- en huishoudkunde alleen, heeft Steller hier z'n voordracht op wandel lijk en praatgewijze uiteengezet: u leidende als een raadgever, die nergens u door hof of woning groote of kleine doening brengt, zonder u stil te houden om telkens u wat nuttigs daar weer aan te leeren, 't zij voor schoonheid, 't zij voor indeeling of inrichting, gezondheid of dies meer nog. En 't is niet ‘zeggen’ enkel dat hij doet, 't is ookal ‘laten zien’ op schetsen, en bovendien - dit is wat nieuws en uiterst leerzaam - op ‘schoone’ en

[p. 128]

‘leelijke’ die nevenseen bekeken kunnen worden. 't Is jammer dat die schetsen allemaal alleen den bouw en dezes buitenkant vertoogen, niet ook zijn binnens en gerieven vermits die onder 't praten tòch in de reke komen; maar 't kan nog zijn dat later dit gebrek wordt aangevuld... er is lijk sprake van, want Steller vraagt naar opmerkingen om 't werk nog te verbeteren. Nu als het hierop aankomt eens 't eene en 't andere te verbeteren, we zouden kunnen wenschen dat hier en daar het werk min in de lucht zweve, in dezen zin dat 't nader aanwijze hoedat men naar de streke, en naar het slag van kweek en bezigheid, of naar den aard van 't volk, of meer toevalligheden, kan moeten algemeen gedoen 'en beetje wijzigen. Maar anders 't is een heerlijk werk - voor 37,50 fr., als immers boek om goed te stichten - van nut voor àl wie kan eens moeten-meespreken in zake land- en ookal andere woonsten. Zeer geren aanbevolen.

L.D.W.

'n Vrage op de ‘Zwingelaars’

VERKOREN Maandag (vgl. Biek. 1925, xxxi, 47-48) is 't om te drinken. En Verkoren Dijsendag is 't kermesse en betalinge aan de roters, en verbollinge van ‘zwingelaats’: dat waren lange venten in koekedeeg ‘met al zwingels derrond’.

N.L.

'n Waren soms die ‘zwingelaars’ niet aanvankelijk 'n schutsheilige entwaar... ‘met al stralen derrond’, iets op zijn xv^d eeuwsch, welke stralen dan voor zwingels aanzien zijn, zoodat de heilige zelve ‘de zwingelare’ werd?

L.D.W.