Taalvonken
(Vgl. 1926-1928, laatst XXXIV, 381).
Nielde-die had lukken gebakken.
Ze was dan 'n keer-daarachter gaan-nieuwjaren naar kennissen, en ze had er daar andere geëten.
- Ook lekkere, zei ze. Vaneigen me' is altijd vriend van het eenze, maar, 't en ware geen leugen, da' 'k zei dat de onze de beste zijn!
...Ware Nielde geleerd geweest, insteê van vriend, 't was ‘partisan’ dat ze liever ging zeggen.
T.R.