Alpenreize.
Intocht.
Vierwaldstättersee.
DE boot glijdt over 't zonnig meer dat met zijn lichtdoordrenkte armen de donkere voeten van de bergenrijen omstrengelt.
Het schoon Luzern wordt klein en ver en stil: de hooge Rigi- en Pilatus-kruinen verrijzen in hun breed-versteende macht.
Ik vaar in 't rijk van mijne droomen: de bergen en het meer der schoone sprookjes, het zingende licht, dei diep-reine lucht, het stille stralende water, het bleek en donkre groen van de stijgende zoomen, de witte huisjes bij het watervlak.
O Wonderland der Romantiek waarover Tells en Schillers geesten zweven, 'k laat over mij uw schoonheid stroomen gelijk een doop van licht en zang, van onvergetelijk genieten, en 'k blijve machteloos verlangen om in harmonisch rijke zangen een volheid van gevoelen uit te gieten.