Biekorf. Jaargang 34
(1928)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe oorlog in Dickebusch en omstreken
| |
[pagina 285]
| |
kwaad; zij daarentegen, zij en begrijpen (of gebaren het zoo) den tel van onze stuks niet, en waar het erop aankomt te wisselen ze willen altijd meer weêre dan zij zelven gegeven hebben. Ook de menschen hebben liever geen zaken te doen met die kerels. Vriendelijk zijn ze en beleefd, dooreen, àl wat ge wilt. Maar een afsteek, is hun eeuwig benieuwd zijn ze naar alles; ze bezien u van onder tot boven, of liggen allestappe met hun neuze tegen de ruiten... Tot spijze: ze bakken 'n slag pannekoeken; en eten ook iets-van-'n-zaad dat zeer sterk is van smake. Zeven van den avond, aan 't Zweerd, schrootbommen, twee. Op andere gemeenten, trekken de vluchtelingen thans 'n vergoedinge. Te Dickebusch niet. 7n. Maandag. Achter halfdag bommen over den Vyver, en ook bij P. Storm's. Dinsdag den 8n. Vroeg in den morgen schrootbommen over den Vyver. Dezen nacht is vele gesmeten te Vlamertinghe tusschen de Plaatse en den Brandhoek, gemikt op den spoorweg. Tegenaan den zessen 3 bommen tusschen Doom's en Storm's, vliegerswerk: drie peerdebeesten eraan. Geen menschen gerampt. 'n Pracht van 'n weêre. - aanhoudende voort. 'k Ben 't op naar Reninghelst, met mijn bladje met namen te weten van kinders die ‘begeren te vertrekken’ naar de ‘Schoolkolonies’ ofte leergaarden immers in Frankrijk. ('t Vervolgt). [A.V.W.] |
|