't Bestaan van ‘Astride'n’ in Westvlaanderen
Zal een verzinsel wezen
ZIET boven, op bl. 110-111, de vragen van Vraagsteert:
1) Waarvandaan dat GG. zijnen naam Astride in ‘Den kleenen Hertog’ gehaald heeft? - Uit het engelsch zelve van ‘The little Duke’ door Charlotte M. Yonge, werk waarvan ‘Den kleenen Hertog’ een overzettinge was, hoewel eene op zijn Gezelle's vaneigen. (Vgl. A. Walgrave De Proza-vertalingen van G. Gezelle. - Knkl. Vl. Ac., Versl. Meded. 1927, 651-672; overdruk, bl. 4, 10-15). En, ‘zijn er Astriden in de doopboeken, te Staden of elders, het zou wel kunnen zijn dat ze zoo heeten omdat hun vader of moeder Gezelle's boekske gelezen had! Waarom niet?’
(Medeged. door A.W.).
2) Of er zijn?... Van die ‘Astriden’ die zouden te Staden en elders gekend zijn, zeggens Een in ‘De Standaard’ (12-xi-26)?
Eerst: indien er zijn van sedert den trouw van Jonkvorst Leopold van Brabant met Jonkvorstinne Astride van Zweden, deze 'n tellen niet mee: dat is achtergetater, da' spreekt.
Maar van namen dan van voordien? 'k En heb er totheden geene gevonden, die vast-aan Astride zijn en niet Astri', Astérie.
Eene H. ‘Asteria’ Bergamensis ook ‘Hesteria’, kunnende gediend hebben tot Schutsheilige, staat in de Acta SS. Boll. (op 26-viii). Daar zijn ook HH. Asteriussen (menige, links en rechts evendaar), en een Asturius, Astricus, enz.
Welaan, ik kome bijvoorbeeld al tegen:
- eene Asterie P. ('t volk zegt ertegen ‘Astri'’), thans te Wervik, geboortig van Rumbeke, waar zij met dien name gedoopt werd in 't jaar 1860; dit was geschied ter nadoeninge, en... ten spijte, van Mevrouwe van Limburg-Stirum (de Thiennes)'s moeder en zuster, alletwee ‘Astérie'n’, en alletwee uit het Gentsche, en de moeder geboortig al uit de vorige eeuwe. (Gaillard. Bruges et le Franc, II, 458-'9).
- Uit kennisse met die Asterie P. (thans huisvrouwe G.), die toen een 18 jaar oud was, is er dan iemand geweest die op heure beurt, nu te Ardoye, heur doopkind deed Asterie heeten, Asterie G.: en 't volk sprak dat wederom uit: ‘Astri'’.