*Skaldo moest worden in WVl. schoud(e), in OVl., Brab. schouw > auw, ook gesproken âv en â, in het uiterste oosten ook schald(e) schold(e). Van daar:
Schouwbroek, onder Vinderhout (OVl.),
Schaubroek, onder Zomerghem (OVl.) en familienaam Vanschoubroeck,
Schaedbroeck, onder Overijsche (Brab.).
Schalbroek, onder Lummen (Limb.).
In de oudere taal vindt men Scoudebruch, in 1216, bij Serrure: Cartul. de S. Bavon; en Scoudebroeck, in 1282, bij De Smet: Corpus Chronic. Flandriae.
Scaubecq, onder Sgravenbrakel, La Hamaide en Wannebecq (Heneg.). uit *Skaldbeke. - Escobecques (Nord), reeds ‘Escobec’ in 1096 (z. de Flou), zal wel een anderen oorsprong hebben.
Schoudervliet, onder Wulpen (WVl.), te vergelijken met eng. shalder.
En aangezien, in onze oostelijke gouwen, soortgelijke klankwetten heerschen als in de nederduitsche taal, mag hier wellicht ook Schollebeke, onder Lier (Antwerp.) genoemd worden.
Schauwberg, onder Lubbeek (Brab.). Familienamen Schauenberg, Vanschauwenberge, Vanschouwenberg. Vgl. ndd. Schoilenberg.
Schaansberg, onder Leerbeek (Brab.), met analogische s voor Schaanberg = Schauwenberg = *Schoudenberg. Vgl. te Brussel: Kaanberg = Kauwenberg = Koudenberg.
Wat is Schoudemonthoek, te Poperinge (WVl.)?
Schaanvorst, onder Zandhoven (Antwerp.) = Schauwen- = Schoudenvorst.
Scaltlar, ± 1220, bij Serrure: Cart. de S. Bavon, met t uit d, als slotklank der lettergreep. Men zou genegen zijn hiermede den gesin. Schollaert (ook Scholaert geschreven) te vereenzelvigen; deze is een naam eigen aan de oostelijke deelen van ons land, en bijgevolg vergelijkbaar met Schollebeke en Schollenberg.- De slot-t, paragogische of achtergevoegde t, is een in de brabantsche gouwspraken gewoon taalverschijnsel: Hoeilaart, vroeger Holar, Hoelaer; gslnn. Rielaert - rie(t)laar, Caulaert, Van Cauwelaert = koude laar, enz.
Het oude Scaldi, althans in eenen of anderen naamval, kan aanleiding geven tot eenen omgeklankten vorm, met e uit a; daarom weze hier gewezen op Schelde, een gehucht op Westnieuwkerke (WVl.) en op Schellestraat te Stockroye (Limb.). Vgl. den gesln. Schelstraete.
Het fransche Escaudain (Nord), uit Scaldinium, ligt wel niet op de Schelde, maar toch dichte bij, zoodat het wel mag