Biekorf. Jaargang 34
(1928)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 12]
| |
gaandeweg als ‘welbekend’ beginsel werd opgehaald door iemand... die er niets-méér afwist. Aanstonds gevraagd aan ouder menschen, of zij dat zeggen kenden; zij zeiden: ja; maar wisten ook niet verder. ‘Een molen is duist menschen’: dat klinkt als volksgeleerdheid, gelijk een reke talwikschap uit rechtsof huishoudkunde. Is dat een overblijfsel soms van ergens-eens-geweest een gebruikelijke schatting uit het middeleeuwsch verleden? Werd dat zoo geacht in stad, als stadsgeplogenheid, van overouds? En dan, gold dat ook later in den buiten, ‘later’, 'k meen in de XVIIIe eeuwe, toen 't molenrecht stilaan begon geen banrecht meer te wezen? Omtrent-géén-tijd nog vóór den oorlog, kwam ik alzoo op 't spoor van een geding (waarvan de stukken ookal nu vernietigd zijn) van een geding geweest op 't laatste van de XVIIIe e., tusschen den Heer van Becelaere en daar-een dorpeling, en gaande over dat deze laatste een molen wilde zetten tegen de Plaatse albij omleege de Sleerin, waartegen de gezeide Heer die reeds een molen elders had, van rechtswege wilde opkomen. 'k En kan 't nietmeer aaneenbrengen waarop dat 't was dat deze dorpeling steunde, maar was 't voor hem geen sterkmakinge van te kunnen zeggen: ‘een molen is duist menschen,... dus meer dan duist mag nogeen zijn’, vermits er toen te Becelaere (Biek. 1927, 206) een goê-1200 menschen waren? Hoe 't afliep staat me niet meer voor. De molen toch zal er gekomen zijn, want ookal even vóór den oorlog, effen-neere de Sleerin, gaande naar de Cavers toe, stond er een oud en lang en wit gebouw met den open langs den weg, toentertijde een driewoonste geworden, en dat heette ‘'t Molenhuis’. Beziet de schets van Brugge nu, door Marcus Gerardus (uit 1572): daar telt ge staan, voor Brugge, als ik me niet vergis, 25 windmolens en nog-een buiten stad op Sinte-Kruis is 26, en wel een watermolen, 27; dit ware toen een 27000 menschen. Te | |
[pagina 13]
| |
Damme evendaar 1 molen, ware een duizend menschen. Te Sluis daar ook 2 molens, ware een tweeduist menschen... 'n Schijnt dat waarlijk niet aannemelijk? Als 't waar was, dat beginsel werd belangrijk in 't berekenen van bevolking. Weet iemand iets daarover? L. De Wolf. |
|