Taalvonke
(Vgl. boven, bl. 150 en vorige).
IK had een keer te doen met een geleerd man: en man nu, handelend over ‘inertie’, dei om dit te zeggen in 't vlaamsch, eigenlijk toch zonder veel op verdietsching te schaffen: en hij zei: lammekracht. Alzoo met een effen aangezicht weg, en weer voort.
Die man, om dit uit te vinden, had een beetje mistiglijk voor zijn geest staan: het woord ‘dommekracht’, alhier, ten tijde van Edw. Van Robays zal., soms voor ‘inertie’ gebruikt in de leerwereld. Hij vergreep hem bijgevolg. Maar!... Maar vergreep hij hem slecht? Was 't zijne niet beter? Ook geleerde menschen maken soms deel uit van 't volk; en zijn werkelijk ookja bezield met de woordenscheppingsmacht eigen aan 't volk, wanneer?... wanneer zij, in 't spreken, vergeten dat ze... geleerd zijn.
T.R.