Weer Walgvlaamsch.
‘Dat vindt geen genade in onze oogen; de politieke atmospeer is met electriciteit geladen (dannog geladen); de kerkelijke autoriteiten zijn gereserveerd; op zijn freelen eendekker; eenig geautoriseerde vertaling (zelfs “toelaten” is niet meer toegelaten); en au fond wat komen de constructuur en costuums er op aan, als men den principalen factor: licht, maar in zijn hand heeft; indien wij ons wel herinneren; 't is 't 2e Kongres geweest van den Bond der Jongen (!!! Madame, comme vous avez de beaux jeunes) van Groot Britannië’. En voort in dien aard.
En daarop 'n spreekt er geen levende ziele onder onze ‘degelijke’ taalreinigers; maar heele woordenboeken worden gemaakt (als dat, welk in 't opstel hierna wordt vermeldt) tegen ‘onnederlandsch vlaamsch’ waarvan de helft allemaal woorden zijn als: ‘eraan zijn, we gaan aany met iemand aanhouden, zijn tong is aangeladen, aanprikkelen, veel aantrek, de aap van het spel zijn, aardappelgroeze, achter iemand vragen of wachten of gaan, afgelaten melk, den gaai afschieten, algauw... enz.’; allemaal slecht nu geworden.
'n Schamel henne is toch 't Vlaamsch!
't Is alsof het algauw in den pot mocht: de eene Vlamingen pluimen 't dat bloot komt (onlevend als ijk-nederlandsch), en de anderen steken 't vol ‘farce’ (da's fransch)!
Wat kan die hen dannog leggen?
Brom.