Biekorf. Jaargang 33
(1927)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 162]
| |
van 1864, blz. 16, 68, 70). Zijn confrater in Duinen Carolus De Visch haalt het gezegde door De But aan in zijn ‘Compendium Chronol. monast. de Dunis (Brux. 1660) 80. Wij volgen dezen tekst vart Butsius zooals hij aangehaald is door De Visch, daar waar wij beoordeelen, wat beiden ons over den abt M. Pillard verhalen, want de uitgaven van het Cronica abbatum zelf zijn slordig uitgevoerd. Butsius schrijft: ‘Matthaeus Pillaert Monachus Dunensis oriundus de Warnestona, juxta Ipras, Doctoratus apicem adeptus in Urbe totius Ordinis Procurator, vitiorum exstirpator fuit ferventissimus, cujus fama per universum clima volavit Christianitatis, qui primum in Bello prato, deinde in Mortuo MariGa naar voetnoot1) ac tandem in Claravalle Abbas per Summum Pontificem ordinatus fuit. Unde non parum motus Joannes Abbas de Dunis, quod absque ipsius consensu, promotionem suam impetraverat; tandem in amicitiam paterna convenêre, per centum 50 librarum quitantiam obligatoriam, quam pro Dunensibus ipse Claraevallensis redemit ab ordine de commune deposito. Certos enim redditus, praeter annuas contributiones ordo habet quos Cistercii Abbas praetendit de jure levare. Contra quem ipse Magister Matthaeus Abbas Claraevallis tractatum edidit, qui contentionem ad multos annos postea inter Patres suscitavit’. Aldus citeert De Visch. Daarop schrijft De Visch volgens de inlichtingen uit Butsius genomen over Mattheus P. het velgende in zijn werk Bibliotheea seriptorum O. Cist. (Colon. 1656): ‘Matthaeus Pillard Warnestoniensis, Flander, monachus coenobii nostri Dunensis, S. Theol. Doctor Romanus, primum Belli prati in Lotharingia abbas, dein Mortui Maris in Normannia et Procurator ordinis in Curia Romana ac tandem anno 1405 (authoritate summi pontificis) Claraevallis creatus abbas’. | |
[pagina 163]
| |
Geheel just geeft De Visch niet Butsius weer. En de meeste schrijvers dan hebben, zonder verder onderzoek, van beiderzijds onnauwkeurigheden overgenomen. Waasten in Vlaanderen was dus de geboorteplaats van Mattheus Pillard, Pillaert, Pylard, wiens naam op alle mogelijke wijze wordt geschreven. Op de juistheid der namen werd in dien tijd in 't geheel niet gelet. Het tijdstip, waarop hij in de abdij werd aangenomen is moeilijk te bepalen. Hij komt niet voor op de lijsten der monniken in de Cronica. Van zijn verblijf in de Vlaamsche abdij bij Veurne is niets bekend. Hij studeerde aan het College der orde, St. Bernard, te Parijs, waar hij ook bekend stond als meester ‘Matthaeus Dunensis’ van Duinen. In de kroniek van Butsius is geen komma geplaatst in den zin: Doctoratus apicem adeptus in Urbe totius ordinis procurator. De Visch besluit uit dien zin ten onrechte, dat Mattheus Pillard in Rome zijn doctoraat behaalde en het ambt van Procurator-generaal in Rome bekleedde. De Visch vergeet dat Pillard leefde, ten tijde der droevige en noodlottige scheuring in de Kerk, toen een Paus te Rome en een Paus te Avignon zetelde. De laatste werd erkend in Frankrijk en werd ook aan Vlaanderen met geweld opgedrongen door den Hertog van Bourgondie. De honderdjarige oorlog tusschen Frankrijk en Engeland verergerde nog den treurigen toestand. Mattheus Pillard ingeburgerd in Frankrijk volgde natuurlijk de obedientie van Avignon. Hij behaalde 1391 den graad van licentiaatGa naar voetnoot1) aan de universiteit te Parijs en zal daar ook zooals de gewoonte was, zijn doctoraat. behaald hebben. Parijs was de grootste universiteitsstad der wereld. Daar had de orde der Bernardijnen haar beroemd College St. Bernard, dat vele verplichtingen had aan -de abdij Ter Duinen, omdat deze Vlaamsche abdij zoovele harer monniken had afgestaan om aldaar als leeraar op te treden. Dus | |
[pagina 164]
| |
in Parijs, niet te Rome behaalde Mattheus Pillard zijne graden. De Visch verzekert dat Mattheus P. het ambt van Procurator ordinis in curia Romana bekleedde. De orde had en heeft steeds een vertegenwoordiger aan het pauselijk hof om de zaken der orde te behartigen. Later, toen de Fransche regeering zich op alle wijze mengde in het bestuur der kloosterorden, stelde de Cisterciënserorde ook een procurator-generaal te Parijs aan om aldaar op te treden voor hare belangen. In Rome is M. Pillard, die den Paus van Rome niet erkende, zeker niet geweest. Ook te Avignon dat wel eens door de aanhangers van den aldaar verblijvenden paus ‘curia Romana’ genoemd werd, komt hij niet voor als procurator. Pillard werd echter door het generaal-kapittel van de orde als procurator afgevaardigd naar de kerkvergadering van Constanz, 1414, om de belangen der orde te verdedigen. Waarschijnlijk beduidt dit Butsius en is dat verkeerd begrepen door De Visch. ('t Vervolgt). A.-J. Fruytier, Bernardijn. |
|