Om te weten wat Vlaamsch is.
't Is aleens geweest dat we zeiden (‘zeiden’, of, zooveel toch als zeiden): ‘in twijfel, zoekt eerst hoe de zeg ware in 't fransch; dan, in het vlaamsch, zegt datmaar heelemaal anders’. Nergens gemakkelijker is 't dan daar waar het geldt van een beeldsprake: niets is er eigener immers, uitsluitelijk eigener aan gelijkwelke taal, dan wel heur eigene beeldspraken. En inderdaad let er eens op: in het vlaamsch de meest-ergerende franschheden zijn de woordelijke overzettingen van beeldsprakelijke fransche gezegden. Welaan, om in 't vlaamsch: geeft die liever onbeeldsprakelijk weder, of: keert ze in andere beeldspraken die meer eigen aan ons zijn. Verleden week in mijn blad stond er: ‘hij nam het op zijne gemakken’ (uit het fransch ‘à ses aises’); waarom niet: ‘hij nam het breed voor een keer’ of ‘hij liet hem maar-dienen’?