'k Heb gehoord: gereveiljongd, en gereveiljonneerd, en gereveilionderd, en rivveljon gedaan,... en God weet wat nog volgt.
En stilaan zet de taalverbastering alzoo voort, ook alhier. - Met kleinigheden! - Ja 'k wil het; maar alsan nieer en meer: immers met ‘Saint Nicolas’ vóór een maand, en nu met ‘Reveillon’; alle maande met iets, met iets uit het herte van 't volksleven.
Wat meest daaraan meewerkt, althans hier te Brugge, is de snof en de grootdoenerij, en de kijnekallerij van ons verteeuwelde volk, trouwens in al die nieuwerwetsche allewarewinkels, en in de dans- en de kijkkoten. Wat er daar aan geholpen zal hebben is sedert den oorlog vooral de machtige toevoer alhier van Brabantsche en Limburgsche dienstmannen (meest allen gebekt op ziju Beulemansch, en die hier zijn komen den geest nog ontbrugschen). Voegt daarbij lijk-een lamheid die ligt op de ‘Vlamingen’-hier, waardoor deze hen lijk-nietmeer rechten 'n durven zelfs niet meer durven henzelf blijven, sedert dat ze hen staan te vergapen op het zoogezeid ‘Beschaafd’ uit hun nieuwsblad, en sedert dat ze heeledagen voor zoet en voor zeem altijd maar inslikken kerels als deze: ‘De Belgabiljetten zijn van de persen gekomen; die ontdekking is eene fortuin voor...; de delvers zijn in de wolken; de mannen onder wie de vertegenwoordigers van de politieke sociale en geestelijke inrichtingen (!) vulden de kerk (!) die proppensvol was (= archicomble); het Corps Diplomatique*, de prins was het middenpunt van een ontvangst van de autoriteiten in zijn hotel; we treffen hem hier aan in passend milieu; zijn aldoor blozende en lachende minne [= mine] was een gestadige aansporing tot optimisme; hij heeft zich van adres vergist; hij zakte in elkaar (!!!) [van schrik]; de priester kon hem de H. Oliën les Saintes Huiles) toedienen (!); hij is overleden op den dorpel... van zijn honderste jaar; 'n enorme schade; na de bisschoppelijke communie werd de witte goddelijkheid (= la blanche divinité) te eten (= en nourriture) gegeven
aan de naar Christus hongerige menschen; de toestand is steeds kritiek’! Moe'-je van Onnoozele-Kinderendag zijn om alle-maal-zulks als vlaamsch te durven uitgeven? En dewijl we sprekende zijn van de Onnoozele Kinderen, in den dagwijzer van ‘De Standaard’ stond er op 28-xii-25 ‘de Heilige Innocents’!!!
En zeggen dat de Vlamingen als ze maar willen, zelf hebben, eigen aan hen, een kop en een kele een tonge en een kunste en al wat noodig is om vlaamsch op zijn vlaamsch uit te brengen.
Vlaanderen heeft twee vijanden: eerst deze die het willen versmachten, effenaf zoo, de franschaards namelijk - nog geen kaf aan Vlaanderen's hielen -; dan de Vlamingen zelf, wel het ergste, deze is te zeggen die 't Vlaamsch willen be-