| |
| |
| |
| |
Over Belgo-Romeinsche Oordnamen
DE latijnsche c was in de oude taal k gesproken voor e en i, zoowel als voor a, o, u, en is in onze oudste leenwoorden dan ook als k bewaard; b.v. lat. vicia. germ. *wikja, *wikkia, ndl. wikke. Later is deze c voor e en i verweekt en allengerhand overgegaan tot ts, b.v. in ons woord vitse, eene jongere ontleening van hooger genoemde vicia. Deze ontwikkeling schijnt niet ouder te zijn dan de 5e eeuw. In het jongere Fransch gaat ts over tot s, geschreven c of ss, in het Picardisch tot ch, bij ons tot s, ten minste na en voor eenen medeklinker.
Uit de volgende voorbeelden zal blijken dat, bij het overnemen in onze taal der belgo-romeinsche oordnamen; de hier bedoelde ontwikkeling der latijnsche c, in den uitgang -ciacu reeds voltrokken was.
| |
Sulsike (O.-Vl.)
zal wel de voortzetting zijn van een ouder *Sulciacum (-us, -a, -um), afgeleid van het lat. gentilicium Sulcius, voorkomende bij Horatius.
Van dergelijke namen mag men altijd de weergade in Frankrijk, waar duizenden -iacu-namen te vinden zijn, verwachten. Vgl. Soucy (Aisne en Yonne), in 't Oosten Soussey (Côté-d'or), ook wel Soucia (Jura). Niet zelden wisselt u af met ou. Men mag dus hier bijvoegen: Suxy (Luxemb.), Sucy-en-Brie (Seine-et-Oise), in 't Zuiden Sussac (Haute-Vienne).
| |
Velsike (O.-Vl.)
in de middeleeuwen Felseca, Felsica, uit *Feliciacum, van Felicius, gentilicium afgeleid van, Fêlix. *Feliciacu moest in het oudfransch *Felci geven; rond de jaren 1100 wierd bij de Franschen de uitspraak van l voor eenen medeklinker onmogelijk; de l dus wierd regelmatig opgelost in u, van daar de naam Feuchy, eene gemeente bij Arras; in enkele gevallen versprong de l, zoo dat zij voor eenen klinker kwam te staan. Zoo in Fléchy (Oise) en ook, met Suffixwissel in Fléchin (P.-de-C.), in 994 Felciacum, in 1096 Felzi, in 1318 Fléchy, waarnevens Fléchin in 1152, Flechin in
| |
| |
1108, en vlgg., de Flou: Wdb. der Top. -Eene afwisseling van -i en -in is niet zeldzaam; liet is zelfs mogelijk dat nevens *Feliciacum, van oudtijds reeds een: *Felicinum bestond. Men vindt wel Virovinum nevens Viroviacum.
Een verkleinwoord van Fléchin is Fiéchinclle, vroeger Flechinel, op Enguin (P.-de-C.).
| |
Moerzeke (O.-Vl.)
Vgl. Morchies (-iacas), Pas de Calais, en Moircy in Luxemburg. Deze twee kunnen opklimmen tot *Mauriciacum, doch Moerzeke, in 1156 Murceka, is daarmede niet te vereenigen. Men zou Môr- als eerste lettergreep verwachten, doch namen met môr- zijn mij niet bekend. Wellicht komen wij klaar met mori-. In het latere latijn immers wierd ieder klinker in open lettergreep gerekt, en bijgevolg kon o, korte o, met germ. ô te zamen vallen; alzoo hebben wij Moezel, uit Mosella. Hetzelfde geschiedt met e, niet in de oudste, maar in de latere entleeningen. Welnu in het Keltisch hebben wij *mori - lat. mare, germ. mari = meer, zee, en *mori- maakt deel uit van den kelt. naam Moritasgus; en de uitgang -ic- komt te voorschijn in Aremorici = zeeaanwoners. Ditzelfde -ic- wordt veel gebruikt als uitgang bij de eenledige persoonsnamen, zoodat een *Moriciacum, bij de Germanen als Môriciacum overgenomen, niet tot de onmogelijkheden zou behooren. - De hooger vermelde fransche namen kunnen overigens denzelfden oorsprong hebben.
| |
Ausque (P.-de-C.)
Dat is Zudausque en Nord-Ausque, in de nabijheid van Saint-Omer. Alciacum in 648, waaruit door vlaamsche ontwikkeling, Alseka en, met omklank, Elseca, in de middeleeuwen; dan voor of omtrent 1100, fransche ontwikkeling met oplossing der l in u, waaruit Ausque.
Alciacum, uit gentilic. Alcius, is zeer gemeen. Daaruit pic. de 5 gemeentenamen Auchy (Nord, Oise, P.-de-Cal.); waarschijnlijk ook, met valsche spelling, de 3 namen Auxy (Loiret, Saône-et-Loire, P.-de C.); in het Zuiden Aussac (Charente en Torn).
| |
Wisques (P.-de-C.)
bij Saint-Omer. Wiciaco in 648. Wiske, Wisque in 1139. Kurth, Front. ling. I, 520. Vlaamsche ontwikkeling *Witsika, *Witska. *Wiske, dan verfranscht. In 't Zuiden Vissac (Haute-Loire)
| |
| |
en ook wel Vissec (Gard). In het Fransch zou men *Vicy. *Vissy, in het Picardisch *Vicky, verwachten, al vormen die niet te voorschijn komen, met uitzondering van Vicky, in het dép. Allier, waar men echter geen Picardisch spreekt.
Vic- in *Viciacum vinden wij ook in de persoonsnamen Viridovix, Elcesovix, en waarschijnlijk in de volkernamen Brannovices, Eburovices, Lemovices; ik breng het in verband met lat. vîci (vinco) en germ. wîg-, bij voorbeeld in den persoonsnaam Wigand - krijgsman.
Bemerk dat de vervlaamsching van *Viciacum (met w en ts, s) valt na deze van wikke uit vicia (met w en k,) en voor deze van vitse (met v en ts).
| |
Isques, arr. Boulogne (P.-de-C)
Isques schijnt eene vorming als Wisques. Ik veronderstel *Iciacum, uit den persoonsnaam Icius (îc-). Verderop in Frankrijk Issy (Seinè en Saône-et-Loire), Issac (Dordogne).
Te Saint-Etienne, arr. Boul., bestaat een kasteel genaamd Audisques, uit ald = oud + Isques.
Nevens Icius bestaat ook Iccius, naam o.m. van een vriend van Horatius. Daaruit *Icciacum (icc-) en de fr. oordnamen Essey in 't Oosten en Essai in 't Westen (Orne). Men zou hier ook kunnen denken aan Ecques. uit Esk- (arr. S.-Omer), als verfransching van eenen ouderen vlaamschen vorm van *Icciacum. Dit is echter niet waarschijnlijk.
| |
Licques, arr. Boulogne
Liscas, rond 1060, Liskes in de 12e eeuw (Haigneré: Ch. de S.-Bert.)- Vgl. Licy (Aisne), Lissy (S.-et-M.). Lissey (Meuse), Lissay (Cher), Lissac, 4 verschillende gemeenten in het Zuiden.
Een naam met lîc- beginnende is mij niet bekend. Men kan zijn toevlucht nemen tot Liscus, bij Caesar een hoofdman der Aedui: *Lisciacum > Licy, enz., vl. *Listsika > Liska, enz.
| |
Creques op Mametz (P.-de-C.).
Bij Haigené: Kerseka, rond 1197, Cresecke in 1205, Kerseke in 1227.
Dit wijst op Crisciacum, Cresciacum, veelvuldig vertegenwoordigd in Frankrijk door Crécy, zes gemeenten, zonder te gewagen van de gehuchten, Cressy, 3 gemeenten, Cressey (Côte d'or), Creyssac (Dordogne), Cressac (Charente), enz.
***
| |
Créquy, arr. Montreuil (P.-de-C.)
Van waar mag Créquy komen? Men denkt bijna onwillekeurig aan het evengenoemde Crisciacum. Is deze gissing
| |
| |
juist, dan is het bewaren van den k- klank in -ci- alleen aan germaanschen invloed te danken, een zeer ouden invloed, opklimmende tot den tijd der ontleening van wikke, en aan het Fransch de gelegenheid latende van -iacu- tot het regelmatige -i(- y) te ontwikkelen.
Crécy, Cressy zijn zuiver fransch; Creques is eerst fransch geworden, na eene langdurige vlaamsche ontwikkeling; Créquy zou eene kortstondige germanisatie ondergaan hebben, om dan regelmatig op franschen voet te ontwikkelen.
***
De Noordwestkuste van Gallië wierd al vroeg door de Germaansche volkeren bezocht en ten deele ook bevolkt. Men herinnere zich enkel de betrekkingen van den Menapiër Carausius met de Germaansche zeerooyers, die hij te bekampen had. Ik meene dus ook aan gerin. invloed het bewaren te moeten toeschrijven van -t- in den uitgang -tiacum, en nog eens deze invloed moet zeer hoog in het verleden opklimmen, want -ti- + klinker is nog vroeger geassibileerd geworden dan -ci- + klinker.
| |
Cléty, arr. S.-Omer.
Bij Haigneré: in Kiltiaco, 857, 867, 873, dan Kelti in 1177, Kelthi in 1193. Als uitgang zou men regelmatig -cy, -ssy, of picardisch -chy verwachten.
| |
Renty-Assouval, arr. S.-Omer.
Dat is *Rentiacum, uit Rentius, een persoonsnaam die bij Holder: Alt-Celtisch. Sprachsch. te vinden is. Te vergelijken met Ranchy (Calvados) en Rancy (Saône-et-Loire).
In de middeleeuwen heeft men ook den vlaamschen vorm Renteka.
Het is te vermoeden dat nevens Renty ook de fr. vorm op -cy, -chy bestaan heeft, te oordeelen naar de geslnn. Derensy, Derancy, Ranchy, die voorkomen in 't Westen van W.-Vl. en in Vlaamsch of vroeger Vlaamsch Frankrijk.
| |
Menty op Verlinctun, arr. Boulogne, en Mentque-Nort-Bécourt, arr. Saint-Omer.
Menty is bij Haigneré = Kurth: Front. ling. Minthiaco in 867, en is te vergelijken met Maney (Marne); Mentque is eene jonge verfransching van het middeleeuwsch vlaamsch Menteka.
Onder de namen op -ty moeten waarschijnlijk nog gerekend
| |
| |
worden Athies-lez-Arras en Rély, arr. Boulogne; bij de namen op -tque, Setques. arr. S.-Omer, Sattiaco in 867 (Kurtk.), vermoedelijk uit *Settiacum, afgeleid uit den romeinschen persoonsnaam Sittius.
A. Dassonville.
|
|