Om te weten wat Vlaamsch is.
Op een her liet gedacht hier van Biekorf, ten dienste vooral van onze nieuwere inteekenaars. Om te weten wat vlaamsch is, niets is er beter dan het te vragen aan de Vlamingen zelf: zonder de Vlamingen immers nooit 'n ging 't vlaamsch er bestaan. Onder lien de bekwaamste in het vlaamsch nu gewis zijn deze die minst weten van 't vreemde, nl. de mindere menschen, de landliên, de onverleerde gemeenzaamheid, 't volk - niet de wooordenboeken noch spraakleeren meest, maar het volk -. In 't volk zit de kieme, de geest, het vermogen, de kracht, de leest van de taal. Zoogezegde geleerden mogen zamelen en ziften aan die tale van 't volk, mogen verlezen en kuischen daaraan;... maar vreemdbakken vlaamsch in de stede-ervan stellen 'n mogen zij niet, 110g of heetten ze 't ‘nederlandsch’ en ‘beschaafd’ en al wat ze willen. Dat 's 't gedacht hier van Biekorf.... Uitdien nu aan al onze Lezers, vanherten, met 't vernieuwen van 't jaar: geen uitheemsche ‘voeux’, geen ‘baisers’, geen ‘mille’ dit. of ‘mille’ dat, geen ‘heilwenschen’ ook... allemaal vreemde... maar op zijn volksch, eenvoudig en deugdelijk
'n GELUKZALIG NIEUWJAAR.