Biekorf. Jaargang 32
(1926)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 185]
| |
veroorlooft hem (il se permet)Ga naar voetnoot(1) te vragen aan het Stadsbestuur (de demander à l'Administration de la ville) of er eenig bezwaar zou in bestaan (s'il y aurait quelque mal) om daar ten definitieven titel een bloemperk te doen aanbrengen (à faire amener là un parterre de fleurs à titre définitif)’? Hij spreekt voor de vreemden en voor de Bruggelingen. Zijn reden om dit zijn woord bij te brengen, is dat ‘eenieder die het zag, [zelf] woorden te kort had om het lieve van het uitzicht te loven’. Het eenige beletsel dat hij zou kennen ertoe, ware dat de ‘kraampjes zouden moeten opschuiven naar de zijkanten’, waartegen ze nochtans ‘waarschijnlijk niet zouden opzien’. ‘Mag hij hem dus eraan verwachten (lui est-il donc permis de s'attendre) door den stedelijken plantendienst [!] dit gedacht uitgewerkt te zien (à voir cette idée se réaliser par les soins du Service horticole de la ville) tegen toekomenden zomer (pour le prochain été)’? Ten herfst-, winter- en lentetije, drie getijden op vier, zal het allichte-nog beter zijn den steenvloer te laten, als totheden zoo lange geweest is; en dus, om wel te zijn, eerder dan te zomer 'n kan 't werk lijk nog-niet geschieden, anders hij zou er op rekenen van vroeger aanhoord te worden: trouwens ‘het ware niet de eerste maal (ce ne serait pas la première fois) dat wij het initiatief van ‘Het Belfort’ goedgekeurd zagen door de hoogere Overheid (que nous verrions approuver par l'Autorité supérieure l'initiative du ‘Belfort’). ......! Belfort, vriend, laat ons een keer ernstig spreken tegare. Dat opstel, Belfort, en is vaste geen lijfstuk van u: dat en is niet een lang-doorwogen en rijpe-besproken stellinge, waarvoor gij uw leven zoudt geven; dat is | |
[pagina 186]
| |
een keer een vluchtige gril nu van een uwer stellers belast met de kleinigheden. En nochtans er is veel aan gelegen. Zegt een keer: uw herte rechtuit, zou'-je waarlijk willen dat Brugge's uitzicht en voortgaande verbetering, Brugge's kunstbestaan met andere woorden, voortaan afhangen moest van zulk een vluchtig ‘initiatief’ en van alzoo allemaal onbezonnene ‘woorden’? Voorwaar, die menschen hierboven, deze die daareven ‘woorden te kort hadden’, hadden ooknog andere dingen tekort; nl. kunstkunde, geest, redekunst, en zelfs een tale die vlaamsch was. Zulks had uw steller ook mogen bijgeven, bij en boven zijn ‘woorden’. 't Is nu een jaar al, dat we reek-aan in ‘Biekorf’ hooren betreuren dat er alreeds een dergelijk hofje gesteld is aan de Pomp op de Kiekenmarkt; en dat betreuren-daar wordt er gesteund op redenen die zijn: dat al die fransche en engelsche ‘parterre-tjes’ en ‘square-tjes’ in Brugge hoegenaamd niet en staan, dewijl ze vreemd zijn van oorsprong en aard, en inderdaad strijden tegen de bouwkunstige schoonheid van Brugge, en tegen de geelgrauwe grondverwe van heel zijn gezichtschap, en tegen zijn alteedere stilligheid, en tegen den lust en 't verlangen van zijn dweepzame volk, ook, en niet het minst, tegen den wensch van de vreemde bezoekers en kunstenaars... Ennu, zonder dat uw steller iets van die redenen inzie, vooral zonder dat hij poge het minste ervan te weerleggen, laat gij hem-daar in een vlage van ‘woorden’ maar-zeggen: ‘Gauw [omdat dit één dag schijnschoon geweest is] nu voorgoed nog een “square-tje” aan Simoen Stevin's gemaakt’! Is 't redelijk? 'k Vraag het u, nog daarbij: zou dat brugsch zijn dat spel, en ware 't verbeteringe, en ware 't gewenscht? Is 't genoeg daartoe dat ‘eenieder woorden te kort komt om dààrop te antwoorden’? We hebben eens een ‘proper’ oud-mensch hier te | |
[pagina 187]
| |
Brugge hooren uiten: ‘dat de toren van S. Salvator's toch zoo leelijk en zwart was, en dat ze hem een keer hadden moeten schrobben en... witten’. Is 't genoeg dat uw steller alzoo een ‘initiatief’ hoore uiteendoen, opdat hij dan aanstonds moge komen geloopen en zeggen: ‘toe, witters van stad, gaat eraan... tegen den toekomenden zomer’? Neen, alzoo niet, nietwaar! ‘Belfort’, Brugge's Belfort of liever zijn ‘Halletoren’ heeft beter gezien nog dan dat; en Brugge's bewaarnis en verschoonering verdient meer bedenking en zorge. Biekorf. |