Om te weten wat Vlaamsch is.
Vlaamsch: is onderander, zoo zeiden we laatst, het gebruik van ‘mee-’ en ‘ophalige’ woorden. We steunden toen op de meehalige vooral. De ophalige zijn even gewichtig. Deze zijn ook gewone woordekens van effendoor, enkel of met-meer samen gebezigd, doch nu ingevoegd achter (nu is 't achter, de meehaligen stonden vóór) een uitstekend deel van een zin, om ditzelve alzoo breedte en galm te geven en om de volgende mindere deelen of 't slot van den zin er eenigszins lijk naar op te halen: alsof ge zoudt zeggen aanvullinge om van den top van de hoogte afschietende-weg zoete weer naar den diepe te komen. 't Zijn wederom dingen van zwier dus, van doezeling aan 't scherpe, van ‘aanhalinge’ zoo onze timmermans zeggen, in zaak echter van verf en geluid. Alzoo-enja b.v.:...lijk hier ‘enja’, ne'!