Quentawic. - Sorrus.
Quentawic
Zie de Flou, Wdb. Top., onder Etaples.
Voorheen lag op den zuidoever der Canche, dicht bij de breede kreek door dewelke de Canche hare wateren in de zee uitstort, eene havenstad, genoemd in de 8e en 9e eeuw, Wic, Wicus, Quentawic, of, in zorgvuldiger geschreven Galloromaansch, Quentovicus.
Deze stad wierd door de Noormannen verwoest in 844, ging aan 't kwijnen, en tot haar naam toe verdwijnt vóór het einde der 9e eeuw. Hare plaats wierd ingenomen door Etaples, die rechtover Ouentavic, aan den noordoever der Canche, sedert 844 vermeld wordt.
Wik is golf, inham, bocht, kreek te zeggen, en Quentawic wijst op de breede monding der Quantia = Canche. Quantia, in germaanschen mond, wordt, door omklank der a onder den invloed der volgende i, tot Quentia, Quenta, waaruit Quentawic.
Canche is eigenlijk picardisch; de fransche vorm Cance wordt als riviernaam aangetroffen in de Orne, de Manche en de Ardèche. Daarnevens bestaan nog twee riviertjes met den naam Canche in de Saône-et-Loire. Hoe deze vorm alhier te verklaren is laat ik over aan degenen die beter met de volkstaal dier streek bekend zijn.
Tot welke taal Quantia behoort, en wat de beteekenis is van dien naam, moet ik ook onverlet laten.
Ons woord wijk = buurt, uit lat. vîcus, is niet hetzelfde als wîk - bocht, inham. Dit laatste schijnt herkomstig uit het kimbrische schiereiland of omstreken, mnd. wîk, 011. vîk, ags. wîc. Dit laat vermoeden dat de germaansche bevolking van Quentawic saksisch was, behoorende tot dit deel van