Biekorf. Jaargang 32
(1926)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 94]
| |
den, ‘baccalaurea ornatus’ uit Leuven, onderherder daarna op s. Jacob's te Brugge, hij verlei op een einde ‘naar Drongen, in September 1885. Na den proeftijd werd hij naar Engeland gestuurd om er zich in de Engelsche taal te volmaken, en daarna werd hij socius (hulp) van den novitiemeester te Drongen. In 1889 bekwam hij de verwezenlijking van zijnen levensdroom, hij mocht naar de zending van Engelsch Indië, waar op het oogenblik alle oogen waren op gericht, door de maren over het wonder werk van onzen grooten Pater Lievens. ‘...Te Calcutta aangekomen 24 November werd hij in December nog gezonden naar Raghabpur bij P. De Prins om er wat te helpen en ook om de taal te leeren. Na enkele maanden wordt hij als hulp gegeven aan P. Banckaert te Morapaï in November 1890, maar na korten tijd, in 't begin van 1891. wordt hij belast met den staatspost van Purneah, om in December van 't zelfde jaar over te gaan naar Darjeeling. P. Schaefer had er als pastor opgevolgd aan den gekenden P. Depelchin en P. Scharlaeken kwam er P. Fierens vervangen in de zorg voor de inboorlingen. Wat al verschillend klimaat voor hem in drie jaar! 15 Februari 1892 zal hij schrijven hoe hij in 't eerste jaar in 't slijk zat, het tweede in 't zand en het derde in de wolken! 8 December 1892, na het bouwen eener nieuwe pastorij, werd de eerste steen gelegd der nieuwe kerk die 24 September 1893 door Mgr Goethals werd ingewijd. In 't begin van dat jaar begon P. Scharlaeken eene school te bouwen voor zijne inlandsche kinders. Intusschen zette hij moedig zijn moeilijk apostelwerk in: van 100 kristenen nagenoeg welke hij er vond kwam hij na 9 jaren arbeid tot 250, allen bergbewoners, heel verspreid tot op verscheidene dagen gaans in den omtrek, maar sterke kristenen. De ontzettende windhoos van September 1899 die Darjeeling verwoestte. wierp zijne school omver en zijn onderwijzer wierd met vrouw en kinders onder de puinen bedolven. Benevens zijn lastig apostolaat, waarvoor hij zonder meten zijn beste krachten gaf, studeerde hij immer meer de verscheidene talen. Hij vertaalde bovendien den catechismus in 't Pahari, miek in die taal een gebedenboek en een leven van O.L. Heer en gaf er ook een woordenboek van. Daarbij bereidde hij verscheidene werken voor de Lepchataal. Maar andere begaafdheden stelde hij ook ten pande: in 1893 schilderde hij de vensters van de kerk der Lorettozusters te Darjeeling. Hij was volop bezig aan zijne Lepcha toen hij begin 1902 naar Chota-Nagpore gezonden wierd om er te Mandar, P. Walrave bij te staan. Maar weldra zou meer belangrijk werk nog hem toevertrouwd worden. De apostolieke school tot vorming van inlandsche priesters, het droombeeld van Lievens, zou te Ranchi begon- | |
[pagina 95]
| |
nen worden: in April 1903 wierd ze geopend onder het bestuur van P. Scharlaeken, met 9 leerlingen, negen jongens gekozen onder de beste en de deugdzaamste van de centrale St Jan Bermansschool van Ranchi. Daar bleef hij jaren lang geestelijke bestuurder der zusters van de H. Anna. Hij kende er al de moeilijkheden van het begin, maar door geduld en volharding kwam hij alles te boven. In 1908 miek hij nog eene studie die hoog gewaardeerd wierd. Aan Ranchi en zijne talrijke inrichtingen bleef hij voortaan zijne beste krachten wijden tot hij, 4 April 1926, de belooning ging ontvangen hierboven van 36 jaar onafgebroken arbeid op het lastige missieveld’. (Belfort, 24-iv-26). | |
BoekennieuwsUit Opdebeek's Wetenschappelijke reeks voor de jeugd, onder leiding van Herman De Roover. Vgl. boven. bl. 70. F. Bertijn. De Zon. 15 bl.: M. Van Iseghem. De Fonograaf, 24 bl.: R. Ehnam, Het Caoutchouc, 20 bl. Wederom 3 zeer-boeiende en -leerzame lezingskes. Voor zoeklustige lieden? Ja. Ook voor minderbegaafden of menschen totnog weinig thuis in die kundigheden? Ja en meer zelfs. En voor daadgerige gasten, die hun leven, hun werk, hun tuig aleens willen verschikken en opknappen? Ja ookal. En voor kinderen, waarvan allemaal de geest alleenlijk wil leeren als 't aantrekkelijk is? Om in een ‘prijsuitdeelinge’ b.v.? Geen betere. En we vernemen dat er nog veel opstellekes achterkomen, immer over al dergelijke onderwerpen, telkens ook bondig maar breed overschouwd, geschiedkundig, tuigkundig, verzettig, en met wenken daarbij ten dienste van gebruik en van handel. Er steekt daarin eigen bevinding, zoowel als hier en daar een overneminge van laatste en van beste besluitselen door de echte mannen van 't vak opgedaan. Waarachtig aan te bevelen. Als 't mag voortgaan, 't zal mettertijd, voor afzonderlijke en openbare boekzalen een heerlijke volksverzameling worden... Krijgt dan nog de eerste boekjes-geweest, 'k wil zeggen deze van thans-nu! 't Is 'n reden om deze nu niet te laten ontglippen. L.D.W. | |
‘Besloten Maarte’In Biekorf (boven bl. 44) staat er: ‘Besloten Maarte = eene met besloten lucht’. | |
[pagina 96]
| |
Kwalijk; toch tonzent: ‘besloten Maarte’ is een Maartemaand geheel in den vasten besloten; die bracht veel misvallen meê onder menschen en beesten, zei Moeder zaliger. D. | |
De ‘Heeren van Gheluwe’Zoo noemt men de Gheluwenaars al Becelaere. En toen ik een keer vroeg waarom?... 't Was vóór den oorloge. - Ja, zei men, ‘de Heeren van Gheluwe (die 't me zei vermeende: de boeren), da's den zondag met den harden hoed aan; en in de herberge ze'n zouden hen niet zetten. geen riesche; maar staan aan den toog. Tegen werkvolk 'n klappen ze niet. En de vrouwmenschen met de vo'lette aan’. Daaraan weet men nu wat het was toen ‘een heere’, of ten minste ‘een boer die wil heere zijn’, in de meeninge toch van boerinnen. L.D.W. | |
Zondagtooi te boere(Vgl. Biek. 1924, xxx, bl. 163-'4). Vóór den oorloge vaneigen. Den zondag; gebloemde kloefjes om binnen te zijn, en een proper jakske, en een schoone blauwe schorte van dat donker-blinkers-blauw versch uit heur voudetjes, en een half sayetten mutske met entwaar een beetje zijddraadjes, pereltjes of strekskes. Ge mocht daarmee voor den dag komen, en in 't gebuurte te winkel gaan. 't En was geen nood da'-je entwaar een boerenvrouwmensch met een geperkte schorte gingt zien. Dat was goed voor de Plaatsenaars. (Uit Becelaere). N.L. |
|