Biekorf. Jaargang 32(1926)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Meiavond te lande O zoo zoet is mij die avond vóór den eersten dag van Mei! Zoo verkwikkend en zoo lavend daalt zijn heerlijkheid in mij! Weg nu, weg voor enkle stonden alle kommer en verdriet dat ik, rein en ongeschonden, 't blijde van dit uur geniet'!... Klokjes luiden in den toren, duiven wieken door de lucht, kindren zingen englenkoren, wierook stijgt uit bloem en vrucht. Menschengroepjes stappen zedig naar het Kerkje, als in een droom, en ze groeten vroom en vredig 't Meibeeld in den lindeboom... 't Lijkt me alsof er door de luchten, stil, een stoet van englen vaart en, te midden harpgeruchten, de Vorstin des Hemels naârt. Sterren liggen vóór Haar voeten rein lijk rozen uitgestrooid en de maan, om Haar te groeten, rijst in 't zilver opgetooid, [pagina 84] [p. 84] Aarde en Hemel schijnen heden slechts één Huis en Huisgezin, één in liefde en in gebeden voor de Moeder-Koningin; één in onschuld, ongeschonden, één in vroomheid, vreugde en peis, zonder weedom, zonder zonden, lijk een dubbel Paradijs... 'k Groet U, Moeder, diepbewogen, in den grooten avondstond, daar Gij komt voorbij getogen met Gods glimlach om Uw' mond! 'k Groet U in de klokkentonen, 'k groet U in het kinderkoor, 'k groet U in de lindekroonen, in het laatste lichtgegloor! 'k Groet U in de vreê der landen, 'k groet U in den bloemengeur, in de keersen die 'k zie branden, vóór Uw beeld, uit elke deur!... Nog één stond, ach, en 't zal nacht zijn, éénzaamheid en schaduwval, maar reeds morgen zal 't weêr pracht zijn in den dag die rijzen zal! O dan ga ik, Moeder, knielen vóór Uw altaar, aan Gods voet, en, met duizend blijde zielen, Meivreugd drinken in Zijn Bloed! 11-4-26. Jos. Vanden Berghe. Vorige Volgende