En nu?
‘Mijn droefheid grenst aan de wanhoop’, zoo zegt mijn dagblad; en 't spreekt ook van de ‘insignien zijner waardigheid’; en 'k lees er verder gestadig van cheminots en van députés, en van naturellen-politiek en van einde-seizoen en van het Kind-Koning (l'Enfant-Roi, Louis XVII), en, bij een tuimeling van velen op 't ijs, van: ‘wat een salaad’ (quelle salade)!
Aai! Liever... wat een hutsepot!
Brom.