Knkl. Vl. Akademie! Davids- en Willemsfonds.
enz.! We beriepen ons laatstmaal op u; we zeiden: och toch, verzint iets om het verbasteren onzer tale tegen te gaan! Maar ge'n hebt wellicht ons roepen aan uw deure niet gehoord: West-Vlaanderen en Biekorf liggen zooverre van U. En nochtans ge leest gijlieden ookwel dwaasheden als de volgende-hier welke gij zelve kunt uitkennen: ‘hij werd letterlijk overstelpt met bloemen; een spontaan losbarstend geapplaudiseer (recht zoo! o “Belfort” van Brugge deze is een kemel van u); de bestellingen die Ued. mij toevertrouwen zult zullen steeds mijne bijzondere zorgen ontvangen; een open terrein met houtstapels letterlijk gevuld; de uitgestrektheid der ramp; de milddadigheid der bewoners op proef stellen; het stilzwijgen wordt bewaard omtrent de verhandelingen; hij sloot de oogen te... (waarom niet gesproken van 't “luiken” van twee oogen?); het tooneelstuk werd door niet te verschoonen slordigheid mishandeld; X. en Y. zijn de zwarte beesten van de Regeering; een man van genie die het flair der negotie paart aan de psychologie van den hekeldichter’!
Hoe kan een Vlaming dat stellen? En hoe kunnen geleerde genootschappen, belast met de zorg over 't vlaamsch, zulke taal onverlet laten?... Of zijn zij ook maar een klucht lijk zooveel thans?
BROM.