Biekorf. Jaargang 31
(1925)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdStichting der abdij van Duinen bij VeurneDE kronijkschrijvers der voormalige abdij van DuinenGa naar voetnoot(1) daarin gevolgd door de latere geschiedschrijvers | |
[pagina 218]
| |
Ga naar voetnoot(1) doen de stichting der abdij opklimmen tot het jaar 1107. Allerhande bizonderheden weten ze te vertellen over de stichting en de eerste jaren van het klooster. Hun verhaal komt op het volgende neêr. In 1107 zou te Coxyde, niet wijdaf van de plaats waar de abdij later stond, een kluizenaar, Ligerius bij naam, geleefd hebben. Vrome lieden sloten zich bij hem aan en volgden samen met hem den regel van Sint Benediktus naar de hervorming van SavignyGa naar voetnoot(2). Een kerk werd gebouwd en de bisschop van Terenburg, Johannes, kwam ze consacreeren ter eer van Onze Lieve Vrouw. Ook een kerkhof werd alsdan gewijd. Intusschen was de faam van Ligerius ter | |
[pagina 219]
| |
ooren gekomen van den abt van MorignyGa naar voetnoot(1) die er eenige zijner monniken, onder wie Fulco, heenzond. Deze eenmaal in Duinen aangekomen, verkozen er te blijven, en in 1128, toen Ligerius gestorven was, volgde Fulco hem op in zijne waardigheid van abt. Dit verhaal dat eerst in de XIVe eeuw geboekt werd, schijnt echter eenigermate legendarisch, aangezien oudere teksten niet alleen geen gewag maken van de verhaalde feiten, maar eerder schijnen zekere gegevens tegen te spreken. De oudste melding van Duinen ineen kronijk treffen we aan in de Continuatio Valcellensis van de kronijk van Sigebert van Gembloux, welke geschreven werd in de XIIe eeuw door een monnik van de abdij van VaucellesGa naar voetnoot(2). In deze kronijkstaat vermeld dat abt Fulco de eerste abt was van Duinen en dat hij zijn abdij begon te bouwen - construi coeptum est ~ in 1128. Het woord construere moet wel in dien zin verstaan worden, dat Fulco de abdij stichtte, daar verder staat dat hij de abdij begonnen had: inchoaverat. Buiten de kronijk van Johannes van ThilrodeGa naar voetnoot(3), die schreef op 't einde der XIIIe eeuw, en het stichtingsjaar stelt in 1138, maken andere kronijken uit de XIIe en XIIIe eeuw geen gewag van de stichting van Duinen. Eerst in de XIVe en XVe eeuw komen de omstandige verhalen voor van Johannes LongusGa naar voetnoot(4) en de kronijkschrijvers van Duinen. Verschaffen ons de oorkonden van DuinenGa naar voetnoot(5) zelf geen | |
[pagina 220]
| |
zekere gegevens nopens de stichting der abdij, we vinden er toch eenige belangrijke aanduidingen in. De oudste oorkonde dagteekent van 1128Ga naar voetnoot(1). De abdij heet er: ecclesia Sancte Marie dunarum. Niets laat blijken dat het klooster reeds een abdij was. Een akt uit 1129Ga naar voetnoot(2) spreekt van de fratres monachi cohabitantes in Dunis in ecclesia in honore Sancte Marie fundata. Deze oorkonde geeft Duinen evenmin aan als een abdij. Ook wordt er geen overste vermeld. Uit de woorden: in ecclesia... fundata zou men, dunkt me, kunnen besluiten dat Duinen enkel sedert korten tijd bestond. De gift zelf, die in deze oorkonde vermeld staat, te weten de schenking door graaf Dirk van den Elzas, van den grond waarop de monniken wonen en van zooveel land als ze kunnen bewerken en noodig hebben voor hun vee, schijnt dezen uitleg kracht bij te zetten. Deze oorkonde heeft dan ook het uitzicht een stichtingsakt te zijn, daar een eerste voorwaarde tot de vestiging van een abdij toch was, een stuk land voorhanden te hebben, dat in de behoeften van het klooster kon helpen voorzienGa naar voetnoot(3). | |
[pagina 221]
| |
Dein tijdsorde volgende oorkonde, dagteekenend van 1131Ga naar voetnoot(1) en 1138Ga naar voetnoot(2) maken ook nog geen gewag van een abt. Eerst een stuk van 1138 behoorend tot het archief der abdij van Burburg, in Fransch-Vlaanderen meldt onder de getuigen een abbas Furnensis, FolkoGa naar voetnoot(3). Hier is zeker spraak van den abt van Duinen Fulco, dewijl Duinen bij Veurne lag en dewijl in de Sint-Nicolaasabdij van Veurne, de toenmalige abt Godefridus heetteGa naar voetnoot(4). Uit hetgene voorafgaat, kunnen we dus besluiten 1o dat het klooster van Duinen, Sancta Maria dunarum, bestond in 1128; 2o dat geen zekerheid heerscht nopens het bestaan van een klooster gedurende vroegere jaren, wel integendeel. Of we nu mogen gansch het verhaal der kronijkschrijvers verbeeldingswerk noemen en het bestaan b.v. van den kluizenaar Ligerius betwijfelen, blijkt echter niet. Ligerius en zijn kluis kunnen bestaan hebben en aanleiding gegeven hebben tot de stichting van een klooster omtrent het jaar 1128Ga naar voetnoot(5); 3o dat het klooster een abdij werd tusschen de jaren 1128 en 1138, en Fulco de eerste abt wasGa naar voetnoot(6). J. De Cuyper. |
|