Zal 't nooit gebeteren?
Nu lees ik in 't brugsche Belfort entwat van een nachtagent, als men nochtans in Brugge zoo heerlijk zegt nachtwaker! En ik lees daar ook van hulde te brengen aan het adres van P.T., was 't niet beter geweest aan P.T. zelf, insteê van ‘aan zijn adres’ (= à l'adresse de...)? En wat is dat dan van die optanten-kwestie en die maritieme staking(!) en die causerie Poelhekke, en nog anderen deefel uit De Standaard, standaardigheden gaan we zeggen, zooals: ‘een grandioos klinkenden eed: de bedevaart is in uitmuntende voorwaarden toegekomen (= dans d'excellentes conditions); drie motoren zullen het gevaar van een noodlanding opheffen’ (daar denken ze allicht op ‘lever la séance’, wat ze ook overzetten door de zitting opheffen!!)? En dat eeuwig onhebbelijk woordje provincie (= la province), ‘de burgemeester eener provinciestad, hoofdstad en de provincie’; 't volk zou zeggen ‘het Land’!
'n Zal er nooit niemand helpen om de Vlamingen tot opmerkzaamheid aan te zetten? Er is hier geen zake van onderwijs alleen: 't is genoeg hier soms na te denken, en te durven ons (en geen vreemde) vlaamsch willen (al het schavende 'k wil wel).
De Vlaamsche Taalvroedschap kan ze niets daaraan doen?
't Davidsfonds of eenderwelk andere ‘-fonds’ kan het niet b.v. een wedstrijd uitroepen, nu en dan, bestaande in de storende franschheden aan te duiden ja zelfs te verbeteren, welke namelijk zouden te vinden staan in een uittrek uit een dagblad of twee? 't Ware toch iets.
Allerminst in de leerhuizen kan men dat toch.
Of gaan de Vlamingen eeuwig maar bijeenkomen, en optrekken, en wenschen uitspreken, en roepen en tieren ter eere van 't Vlaamsch? 'k En spreek er geen kwaad van, van de