Om te weten wat Vlaamsch is.
We zeiden laatst: geen overtolligheden.
Iemand 'n liet dat niet liggen, en antwoordde: ‘ja, maar in 't vlaamsch spreekt men toch ook van duist dingen en nog, van heel de wereld en nog een prochie erbij, van àl hemel en bucht, en van een zee van menschen, en van een heelen toren met aardappels, enz.’. Wis, wedertalen we, maar geplogenheid en beeldspraak zijn daarin duidelijk, en maken de zake verstaanbaar; dit echter is geen waar in franschheden als; ze overtroffen zich (= ils se surpassèrent); de begeestering was ten top (= l'enthousiasme était à son comble); een reuzenbijval (= een succès colossal of monstre); en een onherstelbaar verlies ( une perte irréparable) enz. De Vlaming zou zeggen: ze deden àl wat ze konden, ('t beste peerd van Veurenambacht 'n kan maar dat 't kan); de menschen stonden lijk zot, ze waren henzelven geen meester; een bijval ongehoord; een schadelijke dood; en andere meer.
Leeraars, leert toch aan uwe knapen 't verschil zien.