Niemand mag het kwalijk nemen.
't Is uit overmate van honing en uit oververnepenheid van ramen, dat we dezen keer zijn moeten achterblijven met de vervolgen van Lombardzijde's Mirakelboeksken, van Dickebuschs' oorlogsgevarenissen, en met menige andere opstellen, verhalen, sproken, gezangen, boekbesprekingen en mengelmaren die reeds lange vóór ons krielgatje liggen wachten om binnen. Ook met ons Bloemomvrage. Evenwel wat geduld. Morgen komt ook alhier.